HVDR productiedieren varken

productiedieren:
varken

Producten van varken:
  • vlees
  • beenderen en gelatine
  • medicijnen en hartkleppen voor de mens
  • varkensvet (tandpaste, cremes, shampoo)
  • varkenshaar (kwasten)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

productiedieren:
varken

Producten van varken:
  • vlees
  • beenderen en gelatine
  • medicijnen en hartkleppen voor de mens
  • varkensvet (tandpaste, cremes, shampoo)
  • varkenshaar (kwasten)

Slide 1 - Slide

Algemene informatie:
- mannelijk dier: Beer
- vrouwelijk dier: Zeug
- Eetgewoonte: omnivoor (= alleseter)
- Draagtijd: 115 dagen
- Jongen zijn nestvlieders
- Speenleeftijd:  8 weken
- Geslachtsrijp: beer: 8-9 maanden
                                 zeug: 3-7 maanden
- Bronstig: om de 3 weken = 21 dagen
- Huisvesting: inparen of  groepen (sociaal)
- Levensverwachting: 15 jr. 

Slide 2 - Slide

Wat is een nestvlieder?
A
Een jong dat op het nest verzorgd wordt.
B
Een jong dat meteen kan lopen en zien.
C
Een jong dat wegvlucht.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Kijk goed naar het plaatje op de vorige dia. Van welk product wist je NIET dat het van/door varkens gemaakt werd?

Slide 5 - Open question

Vleesproductie en fokkerij
Varkens worden geslacht als ze 90-100 kilogram wegen. Ze zijn dan ongeveer 4 maanden oud.

Slide 6 - Slide

Huisvesting
Fokbedrijf: zorgt voor de ouderdieren

Vermeerderingsbedrijf: alleen zeugen, de biggen worden snel verhuisd naar

de varkensmesterij: de biggen blijven hier tot ze geslacht kunnen worden

Bedrijven die zich bezig houden met verkrijgen van biggen en het mesten van biggen noem je gesloten bedrijven.


Slide 7 - Slide

Wat betekent het begrip gesloten bedrijf?
Een bedrijf dat...
A
niet geopend is
B
overal zelf voor zorgt.
C
zich bezig houdt met verkrijgen biggen en vetmesten biggen.

Slide 8 - Quiz

Zeugen en biggen
Zeugen houd je voor de productie van biggen.
Een zeug komt daarom in haar leven in verschillende stallen. Bij elk productiestadium hoort een andere huisvesting.

Slide 9 - Slide

Guste zeugenstal
Zeugen die geinsemineerd moeten worden verblijven in groepjes met 1 beer in een stal. De beer mag de 'berige zeug' (zeug die vruchtbaar is) alleen aanwijzen, niet dekken.

Slide 10 - Slide

Wat is insemineren?
A
Sperma van een beer bij een zeug inbrengen
B
de zeug laten dekken door een beer.

Slide 11 - Quiz

Wat is een berige zeug?
A
Een zeug die liever een beer had willen zijn.
B
Een vruchtbare zeug.
C
Een zeug die net gedekt is door een beer.

Slide 12 - Quiz

Drachtige zeugenstal
De drachtige (zwangere) zeug gaat naar een andere stal.
Een deel van de stal bestaat uit een roostervloer en een deel uit vlakke betonnen vloer met stro.
Varkens zijn schone dieren (zindelijk) en ze poberen hun stal zo schoon mogelijk te houden.

Slide 13 - Slide

Wat betekent zindelijk?
A
Dat je op een vaste plaats naar de wc gaat
B
Dat je ergens zin in hebt

Slide 14 - Quiz

Hoelang duurt de dracht van een zeug? (hoelang duurt de zwangerschap?)
A
115 dagen = 3 maanden, 3 weken en 3 dagen
B
3 maanden
C
9 maanden
D
1 jaar

Slide 15 - Quiz

kraamstal
In de laatste week van de dracht gaat de zeug naar de kraamafdeling in een kraamstal.
Per worp werpt ze ongeveer 12-18 biggen. Na de worp gaat ze naar een hok van buizen. De biggen liggen bij haar op een verwarmde vloer.

Slide 16 - Slide

Hoe noem je het moment/ de leeftijd waarop de biggen van de moeder worden gescheiden omdat ze geen moedermelk meer nodig hebben?

Slide 17 - Open question

Biggenopvang
De biggen gaan naar een biggenbatterij. Dat is een grote kooi gemaakt van gaas. De biggen krijgen er zoveel voer en water als ze opkunnen.

Slide 18 - Slide

Vleesvarkensstal
Als de biggen ongeveer 25 kilogram wegen gaan ze naar de vleesvarkensstal. Hier blijven ze tot ze geslacht kunnen worden (als ze ongeveer 90-100 kg wegen).

Slide 19 - Slide

Koppel de plaatjes aan de goede naam
Kraamstal
Vleesvarkensstal
Biggenopvang

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Video

Welke 5 stalprincipes ken je? Een voorbeeld van een stalprincipe is de gangbare stal.

Slide 22 - Open question

Volgens welk stalprincipe werkt boer Hans Verhoeven? (zie de film ;) )
A
Biologisch
B
Vrije uitloop
C
Gangbaar
D
scharrel

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Volgens welk stalprincipe werkt boer Annemarie Noordman? (zie de film ;) )
A
Biologisch
B
Vrije uitloop
C
Gangbaar
D
scharrel

Slide 25 - Quiz

Welke innovaties worden gebruikt in de stal van Annemarie Noordman?

Slide 26 - Open question

Klaar!
Meld je even terug bij de docent.

Slide 27 - Slide