What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 8 - Thema 10
Woorden
Thema 10: Regels en Straf
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
NT2
Basisschool
Groep 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
100 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden
Thema 10: Regels en Straf
Slide 1 - Slide
de
situatie
Hoe iets is, de toestand.
Iets wat aan de hand is.
de situatie - de situaties
Zin:
Er is ruzie in de klas en nu moet de docent
de situatie
oplossen.
43
Slide 2 - Slide
de
straf
Een maatregel omdat je iets hebt gedaan wat tegen de regels is.
Bijvoorbeeld: Nablijven, het plein opruimen of een boete betalen aan de politie.
Zin:
Ik kwam te laat in de les daarom moest ik als
straf
nablijven.
44
Slide 3 - Slide
straffen (ww)
een maatregel opleggen wanneer iemand iets heeft gedaan wat niet mag
Zin:
De docent vind het niet leuk om de leerlingen te
straffen.
45
Slide 4 - Slide
toch
Ondanks dat
Gebruikt om iets extra te benadrukken
Zin:
Al is hij nog zo rijk,
toch
is hij niet gelukkig.
46
Slide 5 - Slide
tussen
Een plaats met aan beide kanten iets of iemand.
Zin:
In de klas zit ik
tussen
in een jongen en een meisje.
Zin:
De laptopkar staat
tussen
de kast en de muur.
47
Slide 6 - Slide
vaak
Veel keer
Antoniem: nooit
Zin:
Als het mooi weer is ga ik
vaak
wandelen.
Zin:
In de winter is het
vaak
heel erg koud, dus trek ik een dikke jas aan.
48
Slide 7 - Slide
Wat betekent 'de situatie'?
43
A
ondanks dat
B
hoe iets is
C
de weg
D
de plek
Slide 8 - Quiz
Schrijf een zin met het woord
'straf'
44
Slide 9 - Open question
Welke zin is goed?
45
A
De docent straf de leerling .
B
De leerling krijgt straf van de docent.
C
Ik straft de hond omdat hij zo hard blaft.
D
Hij straffen zijn zoon omdat hij niet goed luistert.
Slide 10 - Quiz
De leerling is ziek ......... komt hij naar school.
46
Slide 11 - Open question
Waar staat de auto?
47
A
De auto staat voor het huis.
B
De auto staat staat op de weg.
C
De auto is wit.
D
De auto staat tussen de 2 huizen.
Slide 12 - Quiz
Wat hoort er niet bij?
vooral - vaak - vinden - meestal
48
A
vooral
B
vaak
C
meestal
D
vinden
Slide 13 - Quiz
More lessons like this
Dag 8 - Thema 10
March 2024
- Lesson with
13 slides
Dag 8 - Thema 10
September 2024
- Lesson with
13 slides
Dag 8 - Thema 10
January 2024
- Lesson with
13 slides
Dag 8 - Thema 10
March 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
Dag 8 - Thema 10
September 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
Dag 8 - Thema 10
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 8 - Thema 10
March 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 8 - Thema 10
January 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK