What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WOORDEN Regels en straf dag 5
Woordenschat
Dag 5: Regels en Straf
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Dag 5: Regels en Straf
Slide 1 - Slide
de
grond
de aarde waar we op staan
het onderste deel van een ruimte
de bodem
Zin
:
De kinderen zitten op de grond.
Slide 2 - Slide
hard
heel erg
heel stevig
Zin:
De bal is
hard
.
Zin:
Ik doe
hard
mijn best.
Slide 3 - Slide
hoog
ver boven de grond
hoog <> laag
Zin:
In de stad staat een hoog gebouw.
Slide 4 - Slide
houden
bewaren wat je hebt
wat je heel erg mooi vindt
ik
houd -
wij
houden
Zin:
Wij
houden
van Nederland.
Zin:
Ik mag de ring
houden.
Slide 5 - Slide
het
idee
een plan
goed of slecht
het
idee - de idee
ën
Zin:
Ik heb een goed
idee
.
Zin:
Het
idee
is heel leuk.
Slide 6 - Slide
de
situatie
Hoe iets is, de toestand.
Iets wat aan de hand is.
De situatie - De situaties
Zin:
Er is ruzie in de klas en nu moet de docent de situatie oplossen
Slide 7 - Slide
de
straf
Een maatregel omdat je iets hebt gedaan wat tegen de regels is.
Bijvoorbeeld: Nablijven, het plein opruimen of een boete betalen aan de politie.
Zin:
Ik kwam te laat in de les daarom moest ik als straf nablijven.
Slide 8 - Slide
Wat bedoelen wij met het woord
"de grond"?
A
de bodem
B
iets waar wij op staan
C
het onderste deel van de ruimte
D
het dak
Slide 9 - Quiz
Wat bedoelen wij met het woord 'hard'?
A
met moeite
B
zacht
C
heel erg
Slide 10 - Quiz
Wat bedoelen wij met het woord 'hoog'?
A
diep
B
ver in de lucht
C
ver boven de grond
D
op de bodem
Slide 11 - Quiz
Wat bedoelen wij met het woord 'houden'?
A
weg doen
B
weg gooien
C
bewaren
D
oud
Slide 12 - Quiz
Wat bedoelen wij met het woord
'het idee'?
A
een plan
B
een grapje
C
een opdracht
D
een gedachte over iets
Slide 13 - Quiz
Wat bedoelen wij met het woord
'de situatie'?
A
hoe iets is
B
zorgen dat iets gebeurt
C
de toestand
D
zitten
Slide 14 - Quiz
Wat bedoelen wij met het woord
'de straf'?
A
maatregel
B
consequentie voor iets dat niet mag
C
je mag het doen
D
beloning
Slide 15 - Quiz
Maak zelf een zin
Slide 16 - Slide
Maak een zin met het woord 'houden'.
Slide 17 - Open question
Vul het ontbrekende woord in van de zinnen.
Slide 18 - Slide
Het heeft geregend, dus de .... waar ik nu op sta is nat.
Slide 19 - Open question
De muziek staat erg ......, wij kunnen elkaar niet horen praten.
Slide 20 - Open question
Zoek foto's van dingen die hard kunnen gaan
Slide 21 - Open question
zinnen maken
zinnen schrijven
Regels:
- denk aan de leestekens en hoofdletters
- ik schrijf één zin
- gebruik woorden van deze les
- eerst in mijn eigen taal, dan in het Nederlands.
Slide 22 - Slide
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: de grond, hard, hoog, houden, het idee, de situatie, de straf
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Dag 4 - Thema 10
January 2024
- Lesson with
16 slides
Dag 4 - Thema 10
January 2024
- Lesson with
19 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Dag 4
September 2024
- Lesson with
15 slides
Dag 4
March 2024
- Lesson with
15 slides
Dag 8 - Thema 10
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 8 - Thema 10
March 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 8 - Thema 10
January 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Dag 8 - Thema 10
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK