Les 5 Ontdek de marktvormen

Ontdek de marktvormen

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de vijf marktvormen omschrijven.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat is een markt

Een plaats waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten en de prijs ontstaat.

Wanneer een markt bepaalde kenmerken gaat vertonen spreken we over Marktvormen

Wat weet je al over de verschillende marktvormen?

Monopolie

Een marktvorm waarbij er slechts één verkoper is die geen concurrentie heeft.

Vertel de studenten wat een monopolie is en geef een voorbeeld.

Homogeen oligopolie

Een marktvorm waarbij er een paar verkopers zijn die allemaal hetzelfde product verkopen.

Vertel de studenten wat een homogeen oligopolie is en geef een voorbeeld.

Heterogeen oligopolie

Een marktvorm waarbij er een paar verkopers zijn die verschillende producten verkopen.

Vertel de studenten wat een heterogeen oligopolie is en geef een voorbeeld.

Monopolistische concurrentie

Een marktvorm waarbij er veel verkopers zijn die soortgelijke producten verkopen.

Vertel de studenten wat monopolistische concurrentie is en geef een voorbeeld.

Volledige mededinging

Een marktvorm waarbij er veel verkopers zijn die identieke producten verkopen en geen invloed hebben op de prijs van het product.

Vertel de studenten wat volledige mededinging is en geef een voorbeeld.

Marktvormen

Marktvorm

Er zijn verschillende marktvormen.

• Hoeveel aanbieders zijn er?
• Hoeveel vragers zijn er?
• Zijn de producten verschillend of hetzelfde?

Marktvorm:

Hoeveel macht heeft de producent.

Hoeveel macht heeft de consument.

Quiz

Test je kennis over de verschillende marktvormen met deze quiz!

Start een quiz om te controleren of de studenten de informatie hebben begrepen.

Toepassing

In groepen van twee, benoem de marktvorm van vijf verschillende bedrijven.

Leg uit waarom..

Verdeel de studenten in groepen en geef ze de opdracht om de marktvormen van twee bedrijven te onderzoeken en te vergelijken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.