Los vestidos + llevar - llevo= ik draag / lleva =hij/zij draagt
también = ook y = en
hoodie - el sudador
de trui - el suéter, el jersey
het overhemd - la camisa
het T shirt - la camiseta
de bloes - la blusa
het jasje - la chaqueta
de broek - los pantalones
de spijkerbroek = los vaqueros