B. Tweede Wereldoorlog. Deel 1: Hitler aan de macht
B. Tweede Wereldoorlog
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
B. Tweede Wereldoorlog
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
welk begrip past hierbij?
Slide 4 - Open question
Duitsland 1918-1919
Keizer vlucht naar Nederland (nov. 1918)
Duitsland wordt een Republiek: De Weimar-Republiek
Wapenstilstand (11-11-1918)
Verdrag van Versailles (juni 1919)
Slide 5 - Slide
Problemen in de Weimar republiek
De Weimar Republiek had te maken met grote problemen:
1) Economische crisis (mede door herstelbetalingen)
2) Grote werkloosheid
3) Veel verzet tegen regering + democratie
4) Vernedering door Verdrag van Versailles
Slide 6 - Slide
Hyperinflatie 1923
Duitsland kan zijn schuld niet meer betalen.
Frankrijk valt Ruhrgebied binnen
Duitsland drukt geld bij
HYPERINFLATIE
Slide 7 - Slide
Na 1924: Herstel
Amerikaanse leningen : Dawes plan.
Duitsland komt er weer bovenop.
Jaren van welvaart, het wordt rustig.
Er komt weer langzaam vertrouwen in de politiek
Slide 8 - Slide
De Weimar Republiek kende een wankele start. Wat is hiervan GEEN oorzaak?
A
Dawesplan
B
Dolksstootlegende
C
Verdrag van Versailles
D
Roep om een sterke leider
Slide 9 - Quiz
Wat was geen probleem voor de Weimar Republiek?
A
Ruhrbezetting
B
Werkloosheid
C
Hyperinflatie
D
Opstanden
Slide 10 - Quiz
Periode Weimar Republiek
A
1918-1929
B
1918-1933
C
1918-1939
D
1918-1940
Slide 11 - Quiz
Welke stelling is juist?
I: De Weimar Republiek was een democratische staat met een parlement en president.
II: Het lukte de regering van de Weimar Republiek niet om de politieke onrust in Duitsland te stoppen
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn niet juist
C
Stelling I is onjuist en stelling II is juist
D
Stelling I is juist en stelling II is niet juist
Slide 12 - Quiz
Welk probleem tijdens de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?
A
Hitler aan de macht
B
Hyperinflatie
C
Dolkstootlegende
D
Vrede van Versailles
Slide 13 - Quiz
Economische crisis
Oktober 1929: Beurskrach
- Duitsland afhankelijk van leningen VS (Dawes-plan)
- Enorme stijging van werkloosheid (6 miljoen in 1932)
Slide 14 - Slide
Wat is de beste omschrijving van het Dawes-plan
A
VS geven goederen aan Engeland en Frankrijk
B
Duitsland krijgt leningen van de VS
C
Duitsland betaalt zijn schulden aan Frankrijk
D
Frankrijk leent geld aan Duitsland
Slide 15 - Quiz
Wat was het doel van het Dawes-plan?
A
De Eerste Wereldoorlog beëindigen
B
Duitsland en Frankrijk geld lenen
C
De beurscrisis beëindigen
D
De Duitse economie en Amerikaanse handel bevorderen
Slide 16 - Quiz
Opkomst Hitler
1889: Geboren in in Oostenrijk
1908: Meld zich aan voor de kunstacademie in Wenen, waar hij wordt afgewezen.
1914: Meld zich aan als vrijwilliger bij het Duitse leger.
1918: De overgave van Duitsland ziet Hitler als hoogverraad
1919: Hitler sluit zich aan bij de NSDAP; een extreemrechtse fascistische partij met een racistische toevoeging
'Het werd zwart voor mijn ogen. Ik wankelde terug naar de slaapzaal, waar ik met op mijn bed neerwierp en huilde. In de daaropvolgende dagen, waarin ik diep nadacht, begreep ik wat ik moest doen. Het Duitse leger was het slachtoffer van verraad. Keizer Wilhelm II wat niet streng genoeg geweest tegen de communisten en joden. Ik besloot politicus te worden.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Opkomst Nationaalsocialisme
In 1923 probeert Hitler namens de NSDAP een staatsgreep te plegen, deze mislukt en Hitler wordt gevangen gezet.
De NSDAP deed al sinds 1924 mee aan de verkiezingen, maar kreeg toen 5% van de stemmen.
Veel Duitsers vonden de ideeën van de partij te radicaal.
Duitsland moet een sterke leider krijgen aan wie iedereen gehoorzaamt.
Geweld gebruiken is een goede manier om je doelen te bereiken.
Duitsland is een geweldig land en het Duitse volk is geweldig. - Duitsland moet weer een sterk leger krijgen.
Haat tegen joden, ofwel antisemitisme
Slide 19 - Slide
Bekijk de grafiek hiernaast. Bedenk na welke gebeurtenis de partij van Hitler pas echt succesvol werd
A
Het tekenen van het Verdrag van Versailles
B
Het invoeren van het Dawesplan (leningen van Amerika aan Duitsland)
C
De economische crisis van Amerika
D
De Tweede Wereldoorlog breekt uit
Slide 20 - Quiz
Beredeneer waarom een (absolute) meerderheid voor de NSDAP (en Hitler) van groot belang is.
Slide 21 - Open question
Rijksdag brand
In 1933 brand de Rijksdag (parlementsgebouw) af.
De communist Marinus van der Lubbe krijgt hier de schuld van. In het "politieverhoor" bekend hij.
Hitler beschouwde de brand als een 'communistisch complot om een revolutie te ontketenen' en vraagt het parlement om de noodtoestand uit te roepen.
Het parlement gaat akkoord en tekent de machtigingswet die Hitler tijdelijk de absolute macht geeft.
Slide 22 - Slide
Wat zou Hitler zijn eerste maatregel zijn?
A
Hij laat alle communisten in Duitsland oppakken
B
Hij laat alle communisten en joden in Duitsland oppakken
C
Hij verklaart Polen de oorlog en valt het land in het geheim aan.
D
Hij verbied alle andere politieke partijen
Slide 23 - Quiz
Totalitaire samenleving
Hitler heeft nu alle macht in handen en bepaald alles (totalitaire samenleving).
Op scholen worden de lesboeken aangepast aan de nazi ideeën.
De media werd gecontroleerd door de nieuwe minister van propaganda en volksvoorlichting: Joseph Goebbels
Op straat zag je overal het gezicht van Hitler op propaganda posters.