This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Leerdoel 3: de bloedsomloop
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Slide 1 - Slide
Herhalen vorige week
Wat weet je nog over bloed?
Slide 2 - Slide
Wat is onder andere een taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Sommige witte bloedcellen maken antistof.
Slide 3 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Afweer
Slide 4 - Quiz
Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Water
C
Opgeloste stoffen
D
Zuurstof
Slide 5 - Quiz
Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes
Slide 6 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
Slide 7 - Quiz
Uitleg leerdoel 3
Je kan uitleggen hoe de grote en de kleine bloedsomloop werken
Slide 8 - Slide
Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel wordt gevormd door het hart en de bloedvaten.
Slide 9 - Slide
Bloedsomloop
Is de weg die het bloed door het gehele lichaam loopt. Het wordt ook wel de dubbele bloedsomloop genoemd, omdat het bloed twee keer door het hart stroomt.
Slide 10 - Slide
Twee soorten bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Slide 11 - Slide
Kleine bloedsomloop
Doel: Zuurstof uit de lucht in het bloed krijgen
Rechter kamer van het hart, zuurstofarm bloed > longslagader, zuurstofarm bloed > longen > longhaarvaten > longader, zuurstofrijk bloed> linker boezem van het hart, zuurstofrijkbloed.
Slide 12 - Slide
Zuurstofrijkbloed
Bloed kan pas zuurstofrijk bloed worden genoemd als het bloed langs de longen is gepasseerd.
In de longen wordt O2 en voedingsstoffen aan het bloed afgegeven.
CO2 (koolstofdioxide) en afvalstoffen worden aan de lucht (uitademing) afgegeven.