3 Politieke revoluties - 1 De Verlichting

h2 les 1
Politieke revoluties
3
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
1 - De Verlichting
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

h2 les 1
Politieke revoluties
3
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
1 - De Verlichting

Slide 1 - Slide

h2 les 1
Oriëntatie in de tijd
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800

Slide 2 - Slide

h2 les 1
Overzicht van het hoofdstuk
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

h2 les 1
De standenmaatschappij
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Al sinds de middeleeuwen was er in Frankrijk een standensamenleving. 

Er waren drie standen:
- de geestelijkheid (geloof)
- de adel (bestuur)
- boeren en burgers (eten en dingen)

Geestelijken en adel waren een kleine groep, maar zij bekleedden alle belangrijke functies in de kerk, het leger en het bestuur. Zij bezaten een groot deel van de grond.

Ook hadden zij allerlei privileges (voorrechten), zo hoefden zij geen belasting te betalen.

Slide 5 - Slide

h2 les 1
De standenmaatschappij
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Zo'n situatie, waarin de koning absolute macht heeft en de hoogste standen allerlei voorrechten hebben, is later het ancien régime (bestuur van vroeger) genoemd.

In de 18e eeuw was de derde stand ontevreden over de standenmaatschappij. De boeren waren erg arm. De rijke stedelingen wilden meer politieke macht.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

h2 les 1
Verlicht denken
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Tijdens de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw hadden logisch nadenken en het doen van experimenten gezorgd voor nieuwe kennis.

vanaf ongeveer 1650 meer vertrouwen in het menselijke 'verstand'. Wie door logisch of rationeel denken de wereld beter begreep ('verlicht' was), kon de wereld ook verbeteren.

Slide 8 - Slide

h2 les 1
Verlicht denken
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Een voorbeeld was de manier waarop mensen naar natuurrampen keken. Eeuwenlang waren die gezien als een straf van God.

Wetenschappers ontdekten logische verklaringen voor onweer en andere natuurverschijnselen. Daardoor konden zij ook technische oplossingen bedenken, zoals de bliksemafleider.
'Benjamin Franklin Drawing Electricity from the Sky'. Een romantische weergave van Franklins experiment, geschilderd door Benjamin West c. 1816. Als hij het experiment werkelijk zo zou hebben uitgevoerd, was zijn overlevingskans klein.

Slide 9 - Slide

h2 les 1
Verlicht denken
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Deze manier van denken, waarbij mensen met behulp van het menselijk verstand de wereld probeerden te verbeteren, noemen we de Verlichting.

Verlichters vonden dat je niet alles zomaar moest geloven, je moest kritisch nadenken. 

Wat de koning en de kerk vertelden, was niet per se waar. Daarom vonden zij onderwijs en discussie erg belangrijk.

Ook waren ze voor religieuze tolerantie (verdraagzaamheid). Geloof was niet iets dat je kon bewijzen, daarom moest iedereen vrij zijn om te geloven wat hij wilde.

Slide 10 - Slide

h2 les 1
Nieuwe ideeën over goed bestuur
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Verlichte denkers dachten ook na over de samenleving. In heel Europa hadden zij kritiek op de standensamenleving en het absolutisme. Mensen hadden van nature bepaalde rechten, de natuurrechten. Niemand mocht de vrijheid van andere aantasten.

Verlichte denkers hadden verschillende ideeën over hoe je ongelijkheid het beste kon oplossen.

Lees blz. 113. Welke ideeën over het oplossen van ongelijkheid hadden de denkers Rousseau en Montesquieu?


Slide 11 - Slide

h2 les 1
Nieuwe ideeën over goed bestuur
Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
Absolute vorsten in Europa waren niet blij met de nieuwe, verlichte ideeën. Ze verboden boeken met kritiek op de kerk. Vooral in Frankrijk was deze censuur streng.

Het lukte koningen en kerken niet om de verspreiding van de ideeën van de Verlichting tegen te gaan.

In koffiehuizen of in huiskamers van rijke mensen (salons) kwamen mensen bijeen om te discussiëren. In tijdschriften en kranten verschenen kritische artikelen.

Er ontstond een publiek debat: velen in de samenleving praatten mee. De mening van de koning en de kerk was niet langer allesbepalend.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide