3H H8 3. periodieke grafieken

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wiskunde

Leerdoel

Rekenen met periodieke grafieken

Periodieke grafieken

Aantekening

Periode: de tijd die 1 herhaling duurt

Evenwichtstand = (maximum + minimum) : 2

Amplitude = afstand tussen maximum en de evenwichtstand

Frequentie: het aantal herhalingen in een bepaalde tijd

Welke grafiek hoort bij een periodieke grafiek?

1. plaatje 1
2. plaatje 2
3. plaatje 3
4. plaatje 4

Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?

1. Ja
2. Nee

Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?

1. Ja
2. Nee

Wat is de amplitude van de periodieke grafiek?

1. 1 m
2. 6 uur
3. 2 m
4. 12 uur

Wat is de periode van deze grafiek

1. 1 m
2. 6 uur
3. 2 m
4. 12 uur

Een periodieke grafiek heeft een hoogste waarde van 15 en een laagste waarde van -3.
Bereken de evenwichtsstand.

Zelfstandig werken

Maak de opdrachten op BM