6.1 Periodieke grafieken

6.1 Periodieke grafieken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

6.1 Periodieke grafieken

Slide 1 - Slide

Periodieke grafiek

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Periodieke grafiek

Slide 4 - Slide

Periodiek verband
De lengte van één zo'n stukje heet een periode.



Het gemiddeld van de hoogste en laagste waarde is de evenwichtsstand.

Het verschil tussen de hoogste en laagste stand is de amplitude
Bestaat steeds uit dezelfde 'stukjes'

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Periodiek verband
Periode
:
Hoe lang het duurt voor de grafiek zichzelf herhaalt. 
Evenwichtstand
: Midden tussen de hoogste en de laagste waarde. 
E.S.= (max + min) : 2
Amplitude
: Verschil tussen het maximum/minimum en de evenwichtsstand. 
A = max – evenwichtsstand

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Periodieke verbanden
Periodiek verband
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
Frequentie               
In een periodieke grafiek is sprake van schommeling om een horizontale evenwichtslijn met een vaste periode.
de periode is de kortste tijd die het duurt tot de grafiek zich herhaalt
evenwichtsstand is het midden tussen met maximum en het minimm van de grafiek (maximum +minimum) :2
amplitude is het verschil tussen het miximum (of het minimum) en de evenwichtsstand 
Periodiek verband
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
F   

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is de amplitude?
A
0 m
B
30 m
C
20 m
D
15 m

Slide 12 - Quiz

Welke van de grafieken is/zijn periodiek?
A
Alleen A
B
A en B
C
A en C
D
B en C

Slide 13 - Quiz

Wat is van de grafiek hiernaast de periode?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Wat is de evewichtstand ?
5

Slide 15 - Slide

Wat is de amplitude ?
4

Slide 16 - Slide

Wat is de periode ?
2 seconde

Slide 17 - Slide

Wat is in de grafiek hiernaast de periode?

Slide 18 - Open question

Wat is van de grafiek hiernaast de periode?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Hoe hoog is de grafiek bij 10 uur?

A
0,5
B
1
C
1,5
D
2

Slide 20 - Quiz

Hoe hoog is de grafiek bij 10 uur?

A
0,5
B
1
C
1,5
D
2

Slide 21 - Quiz

Opdrachten
6.1: 1 t/m 5

Slide 22 - Slide

Einde les

Slide 23 - Slide