This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Friday the 29th of January
M2D
Slide 1 - Slide
What are we going to do today?
How was your vacation?
Recap
New grammar
Homework
Slide 2 - Slide
Welcome back
How was your vacation? Is there something you would like to share?
How do you feel about coming back to school next week?
Slide 3 - Slide
GrammarRecap
Slide 4 - Slide
advers / adjectives
Slide 5 - Slide
Het zegt iets over een persoons vorm.
(example: Jill is BEAUTIFUL.)
A
Adverb
(Bijwoord)
B
Adjective
(bijvoegelijke naamwoord)
Slide 6 - Quiz
Het zegt iets over een werkwoord.
(example: Jill paints BEAUTIFULLY)
A
adverb
(bijwoord)
B
adjective
(bijvoegelijke naamwoord)
Slide 7 - Quiz
Goal/Doel
By the end of this lesson you will know how to use adverbs of frequency. (bijwoorden van frequentie)
Slide 8 - Slide
Wat moet je doen?
Schrijf een korte samenvatting van adverbs of frequency (bijwoorden van frequentie.) -Waarom gebruiken wij adverbs of frequentie? -Wat zijn de 3 regels van de 'adverbs of frequency'? -Schrijf 3 voorbeeld zinnen, koppel elk zin aan 1 regel van de adverbs of frequency.
Als je klaar bent met de samenvatting maak je opdracht 20 & 26 uit je werkboek blz 73 & 77
Back in class at 11:00!
Slide 9 - Slide
How do you want to learn the adverbs of frequency?
By watching a video.
By reading the information on page 52.
By listening to the teacher?
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Video
Ga naar je textboek H3
Zelf lezen en samenvatting maken van Adverbs of frequency blz 52
Slide 12 - Slide
Extra goed opletten!
Slide 13 - Slide
Wat is een andere woord voor frequentie?
Slide 14 - Mind map
Let op!
Het werkwoord en het bijwoord.
Komt het bijwoord van frequentie voor of achter het werkwoord?
Slide 15 - Slide
I ________ to the cinema.
A
often go
B
go often
Slide 16 - Quiz
She _______ me at home.
A
visits sometimes
B
sometimes visits
Slide 17 - Quiz
The Northern Lights _____ green.
A
are usually
B
usually are
Slide 18 - Quiz
She ____ late.
A
always is
B
is always
Slide 19 - Quiz
Rules blz 52
Adverbs of frequency:
before the verb. (Daniel alwayspasses his exams.)
after the form of to be. ( Daniel isalways happy) ( to be: am, is, are)
after 'hulpwerkwoorden'/ between 2 verbs. (Daniel hasalwayslived in New York.)
Slide 20 - Slide
Huiswerk
Schrijf een korte samenvatting van 'adverbs of frequency' (bijwoorden van frequentie.) -Waarom gebruiken wij 'adverbs of frequentie'? -Wat zijn de 3 regels van de 'adverbs of frequency'? -Schrijf 3 voorbeeld zinnen, koppel elk zin aan 1 regel van de 'adverbs of frequency.'
Maak opdracht 20 & 26 uit je werkboek blz 73 & 77
Slide 21 - Slide
Goal/Doel
By the end of this lesson you will know how to use adverbs of frequency. (bijwoorden van frequentie)
Did we reach our goal?
Slide 22 - Slide
Feedback
What did you learn?
what did you like? what didn't you like?
Slide 23 - Slide
Done!
See you next week!
Slide 24 - Slide
Huiswerk
Samenvatting bijwoorden van frequentie?
opdracht 20, 26 uit je werkboek op blz 73, 77.
Leer je vocabulary H2 & H3 op blz 31 t/m 33 en 49 t/m 51