Paragraaf 4.1 Energiebronnen in NL

Welkom! 
Welkom!
Boek, werkboek, pen en Chromebook op tafel
Log in bij LessonUp met de code
Telefoon in je tas (op stil)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom!
Boek, werkboek, pen en Chromebook op tafel
Log in bij LessonUp met de code
Telefoon in je tas (op stil)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Paragraaf 4.1 klassikaal lezen
  • Bespreken par. 4.1 met LessonUp, afgewisseld met enkele vragen uit het werkboek
  • Opgaven van de paragraaf maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

3 dingen in huis waar je energie voor nodig hebt

Slide 4 - Mind map

Energiebronnen

Slide 5 - Mind map

ENERGIE
  • energie: vermogen om arbeid te verrichten
  • Welke soort energie is er nodig op het plaatje?


Slide 6 - Slide

Primaire energiebronnen
Primaire energiebronnen zorgen (bij verbranding) direct voor energie.
Voorbeelden zijn:
- aardolie                      - stromend water 
- aardgas                      - wind 
- steenkool                  - de zon
- hout 

Slide 7 - Slide

Secundaire energiebronnen
Energiebron die ontstaat bij het verbruiken van een primaire energiebron. 

Bijv electriciteit opgewekt met steenkool of kernenergie 

Slide 8 - Slide


A
Primaire energiebron
B
Secundaire energiebron

Slide 9 - Quiz

Welke vorm van enegie zie je op dit plaatje?
A
Primaire energiebron
B
Secundaire energiebron

Slide 10 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij? Leg je keuze uit:
Benzinemotor, houtvuur, magnetron, zeilschip

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Wat hebben het verbranden van steenkool en water met elkaar te maken?

Slide 13 - Open question

Wat is de functie van stoom in een kolencentrale?

Slide 14 - Open question

In de oven worden de kolen verbrand.
De transformator zorgt ervoor dat de stroom die de dynamo opwekt, goed in de hoogspanningsleidingen terechtkomt.
Water stroomt in buizen langs de oven en wordt stoom.
De dynamo wordt aangedreven door de turbine en wekt daardoor stroom op.
Gefilterde afvalgassen verlaten de schoorsteen.
De afvalgassen van de kolenverbranding gaan door een rookfilter naar de schoorsteen.
De stoom drijft de turbine aan, die daardoor heel snel gaat ronddraaien.
De stoom koelt in de condensator af tot water en kan opnieuw gebruikt worden.

Slide 15 - Drag question

Uitputbare energiebronnen
Energiebron die je maar één keer kunt gebruiken, en die als een voorraad in de ondergrond zit.
 - steenkool, aardolie, aardgas en uranium
 - voorraden kunnen opraken; duurt miljoenen jaren om te vormen


Hernieuwbare energiebronnen
Energiebron die niet opraakt, zoals stromend water, wind en de zon.

Slide 16 - Slide

Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Zet ze bij het juiste rijtje.
Hernieuwbare energie
Uitputbare energie

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Vraag
Verschillen tussen het aandeel van aardolie, steenkool en gas in het verbruik van Nederland en de wereld
Antwoord
Het aandeel van aardolie en aardgas in het verbruik van Nederland is groter dan dat van de wereld, en het aandeel van steenkool is kleiner.

Slide 19 - Slide

Vraag
Geef met behulp van deze atlaskaart een verklaring voor de verschillen tussen het aandeel van aardolie, steenkool en gas in het verbruik van Nederland en de wereld.

Antwoord
Nederland heeft zelf grote voorraden gas en ook wat aardolie. Daarom verbruiken we meer van deze brandstoffen.

Slide 20 - Slide

Toename?
Het energieverbruik in de wereld neemt toe (zie kaart).

  1. Welke oorzaak hiervoor geeft de kaart aan?
  2. Wat is een tweede reden voor de toename?
Welvaart!

Slide 21 - Slide

Klik op de afbeelding.
Welk land verbruikt de meeste energie. Waarom is dat zo?

Slide 22 - Open question

Aan de slag!
Gemaakt uit je WB:
Par. 4.1 - 2ab, 3b, 4abde, 5abc, 6d
Sommige vragen hebben we klassikaal besproken!

Klaar? Laat je maakwerk zien en kijk je werk na. 

Slide 23 - Slide