Gehandicaptenzorg

Gehandicaptenzorg les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gehandicaptenzorg les 2

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Verschillende niveaus
  • Oorzaken prenataal, perinataal en postnataal
  • Indelingen in IQ
  • Stoornis, beperking, handicap.
  • Evalueren doelen
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les kan je benoemen:
  1. wat de verschillende niveaus zijn
  2. wat de verschillende oorzaken kunnen zijn
  3. wat het verschil is tussen een beperking, handicap en een stoornis

Slide 3 - Slide

Geschiedenis in de gehandicaptenzorg

Slide 4 - Slide

Geschiedenis
 Grieks-Romeinse Oudheid: men sprak van ‘monsters’, afgeleid van het Latijnse woord ‘monere’ (vermanen, waarschuwen).
De goden zouden via een misvormd kind de mensen willen waarschuwen of vermanen.
Middeleeuwen: men sprak van zotten, idioten, dollen, gekken. dwazen. Ook kwam de naam ‘cretin’ in zwang, verwijzend naar tegen een lelijk, geestelijk en lichamelijk verkommerd kind. 

Slide 5 - Slide

Zwakzinnigen
Verlichting: de naam ‘zwakzinnig’ kwam in de mode, omdat verstandelijke beperking werd opgevat als een zwakte van de verstandszin (de centrale zin van de mens naast andere zinnen zoals gezichtszin of gehoorszin).

Slide 6 - Slide

19e eeuw
Negentiende eeuw: geleidelijk werd ‘idioot’ gereserveerd voor de ernstigste graad, ‘imbeciel’ (zwak, zonder innerlijk houvast) voor de middelste graad en ‘debiel’ (licht zwak) voor de lichtste graad van verstandelijke beperking.  

Slide 7 - Slide

20e eeuw
Twintigste eeuw: de benamingen ‘geestelijke handicap’ en ‘mentale handicap’ kwamen in zwang, ter onderscheiding van lichamelijke, visuele en auditieve handicap. Tegen het einde van de eeuw werden deze benamingen vervangen door ‘intellectuele beperking’ of ‘verstandelijke beperking

Slide 8 - Slide

Stoornis, beperking, handicap
Opdracht: zoek en beschrijf volgende termen:
- Stoornis
- Beperking 
- Handicap  

Slide 9 - Slide

Welk begrip hoort bij welke omschrijving? 
Defect of ontbreken van orgaan of orgaanfuncties
Belemmering in het sociaal-maatschappelijke functioneren als gevolg van een stoornis en de ervaren beperkingen
Vermindering van mogelijkheden ten aanzien van gedrag of activiteiten
Stoornis
Beperking
Handicap/
participatieprobleem

Slide 10 - Drag question

Oorzaken prenataal, perinataal en postnataal
  • Zoek de verschillen op
  • individueel
  • klassikaal bespreken

Slide 11 - Slide

Verschillende niveaus in de verstandelijke gehandicaptenzorg
Mensen met een licht verstandelijke beperking
Mensen met een matige verstandelijke beperking
Mensen met een ernstige verstandelijke beperking
Mensen met een diepe (zeer ernstige)verstandelijke beperkingen
Verdiep je in de verschillende niveaus door een kijkje te nemen op deze site: https://www.prinsenstichting.nl/ori%C3%ABnteren/niveaus-en-syndromen/



Slide 12 - Slide

IQ
Verstandelijke beperkingen worden als volgt onderverdeeld:
Lichte verstandelijke beperkingen (IQ van 50-70).
Matige verstandelijke beperkingen (IQ van 35-50).
Ernstige verstandelijke beperkingen (IQ van 20-35).
Diepe verstandelijke beperkingen (IQ lager dan 20).

Slide 13 - Slide

Vaardigheden passend bij niveau
  • licht verstandelijke beperking
  • matige verstandelijke beperking
  • ernstige verstandelijke beperking
  • diepe (zeer ernstige)verstandelijke beperking

Slide 14 - Slide

Werken in de GHZ
https://www.youtube.com/watch?v=cnWvqIyYaoQ

Slide 15 - Slide

Opdracht
Ga bij je studiegroepje zitten. Werk het volgende uit:
  1. Welke werkzaamheden zijn er als je werk in de gehandicaptenzorg?
  2. Welke vaardigheden / competenties heb je nodig als je in de GHZ wilt werken?

Slide 16 - Slide

Samenvatting van de les

Slide 17 - Mind map

Evalueren
Aan het einde van deze les kan je benoemen:
wat de verschillende niveaus zijn
wat de verschillende oorzaken kunnen zijn
wat het verschil is tussen een beperking, handicap en een stoornis

Slide 18 - Slide