W1 6-13 december S19A & B

B1-K1-W1: Inventariseert de ondersteuningsvragen





Deel 1
Week:  2-6 december
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

B1-K1-W1: Inventariseert de ondersteuningsvragen





Deel 1
Week:  2-6 december

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

To do: 
  • Herhalen vorige les
  • Theorie Communicatie
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Aan het einde van de les weet je welke soorten communicatie er zijn.
- Aan het einde van de les weet jij welke stijl van communiceren jij hebt.
- Aan het einde van de les weet jij welke communicatieproblemen er voor kunnen komen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Bij communicatie gaat het altijd om drie dingen: een zender, een ontvanger en een boodschap Een zender geeft op een bepaalde manier een boodschap (informatie) door aan een ontvanger. De ontvanger ontvangt deze boodschap.
Interactie: Soms hoor je mensen met elkaar praten die elk hun eigen verhaal vertellen. Ze reageren niet op elkaar, maar gaan verder waar ze gebleven waren, zodra de ander stopt met praten. (dan heb je geen interactie)
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.
Voorbeelden van media zijn: tv, radio, krant, boek, tijdschrift, brochure, internet, film, brief, e-mail, sms, WhatsApp. Het lastige aan de communicatie via een medium is, dat je als zender meestal niet ziet hoe de ander je boodschap ontvangt. Het medium bevat namelijk jouw boodschap en zorgt voor de overdracht van de informatie. Je weet daardoor niet of de ander jouw bericht leest zoals je hebt bedoelt, of de ander jouw mail begrijpt, enzovoort.

Slide 5 - Slide

Eenzijdige communicatie komt vooral voor als de communicatie via een tussenweg verloopt, dus niet rechtstreeks. Bij eenzijdige communicatie kun je als ontvanger geen vragen stellen aan de zender of er met hem over praten.
Eenzijdige communicatie komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Vroeger was er bij de radio en de tv sprake van eenzijdige communicatie, maar tegenwoordig zijn programma’s op radio en tv steeds vaker interactief. Als ontvanger (dus kijker of luisteraar) kun je reageren, vragen stellen, mails sturen, opbellen en twitteren. Denk aan tijdschriften, boeken en folders dat is wel eenzijdige communicatie
Bij tweezijdige communicatie heeft de ontvanger de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt. (denk aan een gesprek of interview)
Wanneer er meer dan twee personen bij de communicatie betrokken zijn, spreken we ook wel van meerzijdige communicatie.
Vormen van non-verbale communicatie: - Lichaamstaal - Stemgebruik
Tegenstrijdige communicatie: De ander raakt in verwarring en zal geneigd zijn af te gaan op je lichaamstaal.
Film mr bean! kampion non verbale communicatie

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Mensen communiceren allemaal op een eigen manier.
Je hebt een eigen communicatiestijl. In je communicatiestijl komt tot uiting wie je bent, hoe je bent en wat je belangrijk vindt en wat niet.

Het gaat uiteraard niet alleen om spontaniteit of enthousiasme. In iemands communicatiestijl komen allerlei gedragsaspecten naar voren, denk aan: afwachtend of vol initiatief, vastbesloten of onzeker, risicomijdend of risicozoekend, gevoelig of bot, vaag of concreet.
De expressieve stijl
Ze zijn vaak spontaan en aanwezig. Ze zitten vol ideeën en flappen er makkelijk van alles uit zonder er eerst goed over na te denken.

De beschouwende stijl
over het algemeen rustige mensen. Zij denken eerst na voor ze wat zeggen

Directieve stijl
Ze hebben er behoefte aan dat mensen to the point zijn en snel ter zake komen

Vriendelijke stijl net als beschouwende/nadenkende mensen, in de regel rustig en wat meer op de achtergrond. Zij worden vaak als warme en aardige mensen ervaren. Misschien door sommigen ook als wat 'soft'.

Slide 8 - Slide

Wanneer mensen langere tijd met elkaar omgaan, gaan ze vaak op een vaste manier op elkaar reageren. Er zit een patroon in de communicatie. (Zie voorbeelden)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Je referentiekader wordt bepaald door de mensen met wie je omgaat.
Familie, vrienden, opleiding, maar ook de media.
Door verschillen van de referentiekader kunnen er communicatieproblemen ontstaan.

Je begrijpt de ander niet omdat je totaal anders denkt, andere interesse hebt of een andere politieke overtuiging of levensbeschouwing.

Slide 11 - Slide

Bij mondelinge communicatie moet je als zender je boodschap altijd omzetten in woorden, gebaren enzovoort. Dit omzetten van de boodschap noemen we coderen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Interne ruis: Alle vormen van ruis die met de zender of ontvanger zelf te maken hebben, vb zender heeft hoofdpijn als jij je verhaal vertelt aan hem dan zou die het minder snel onthouden.
 
Externe ruis: Alles wat je communicatie van buitenaf verstoord (Het gaat hier dus om achtergrondgeluiden, een krakende telefoonlijn, een druppende kraan)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken

Thieme Boek Communicatie: Thema 1.2 Communicatieproblemen:
Opdracht 1-9 (Moet vandaag af)
Klaar?
Maak dan een begin aan: Thieme Boek Communicatie: Thema 1.1 Aspecten van communicatie:
Opdracht 1-20

Slide 15 - Slide

Wil je nog een leuke opdracht doen:
https://bib1920-mz-albeda.learningmatters.nl/basisdeel/b1-k1-w1-inventariseert-ondersteuningsvragen-van-de-client/communicatie/non-verbaal-communiceren


Slide 16 - Video

This item has no instructions

Afsluiting
Geef antwoord:
- Welke soorten communicatie zijn er?
- Welke communicatieproblemen kunnen er voorkomen?

Huiswerk: Thieme Boek Communicatie: Thema 1.2 Communicatieproblemen: Opdracht 1-9 
Volgende les: Theorie luisteren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

B1-K1-W1: Inventariseert de ondersteuningsvragen





Deel 2
Week:  2-6 december

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

To do: 
  • Herhalen vorige les
  • Theorie Communicatie
  • Zelfstandig werken

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Onder welke communicatie valt een tijdschrift, boek, krant?
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is coderen?
A
Boodschap in een eigen betekenis omzetten
B
Het omzetten van gegevens.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de zin naar de juiste ruis
Interne ruis
Interne ruis
Externe ruis
Externe ruis
Zender heeft hoofdpijn
Er komt een trein langs
Whatsapp melding komt binnen
Je bent verkouden

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen
- Aan het einde van de les weet je welke vormen van NIET luisteren er zijn
- Aan het einde van de les weet je welke luisterstragieen er zijn

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

De meeste mensen gebruiken de woorden ‘luisteren’ en ‘horen’ door elkaar. Als jij dat ook doet, ben je dus niet de enige. Toch heeft luisteren een veel bredere betekenis dan horen. Voor horen gebruik je alleen je oren, voor luisteren gebruik je al je zintuigen.
Alledaags luisteren
Alledaagse gesprekjes met cliënten voer je de hele dag door en zijn enorm belangrijk voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Nodig de ander uit om iets over zichzelf te vertellen. Dat is een goed vertrekpunt bij een alledaags gesprek. Verder is het belangrijk de verbinding te zoeken en het initiatief te laten wisselen tussen jou en de ander.

Actief luisteren
Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoordt. Je geeft geen mening, geen advies, je komt niet met een oplossing of analyse. Actief luisteren is onder andere belangrijk wanneer de ander je iets belangrijks of emotioneels vertelt. Door actief te luisteren voelt de ander zich geaccepteerd in zijn gevoelens.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

Onverschillig luisteren:
interesseert het je eigenlijk niet wat de ander te vertellen heeft. Je doet geen moeite je te verdiepen in de ander en toont geen betrokkenheid.
Misschien denk je: gelukkig, zo luister ik nooit. De vraag is of dat echt zo is. Zet jij je telefoon uit als je in gesprek bent met een ander? Of ben jij een van de velen die zijn telefoon altijd bij zich heeft, altijd aan laat staan en zich toch wel heel gemakkelijk laat afleiden door binnenkomende tweets, appjes, mails, enzovoort. Er zijn verschillende vormen van onverschillig luisteren.
Oordelend luisteren:
Het is best moeilijk om niet te oordelen. Je ziet of hoort iets, en als vanzelf heb je daar een oordeel over. Je vindt iets mooi of lelijk, je vindt iemand saai of boeiend, aardig of onaardig, enzovoort. Bij het luisteren staat het oordelen je al snel in de weg. Zeker wanneer je je door dat oordeel laat leiden of altijd negatief oordeelt.
Ik-gericht luisteren:
Als je een ik-gerichte luisteraar bent, richt je je niet op de persoon met wie je in gesprek bent, maar richt je je aandacht op jezelf. Je stelt je eigen behoefte centraal en bent meer bezig met jezelf dan met de ander. We bespreken drie manieren van ik-gericht luisteren.

Slide 27 - Slide

Ongeïnteresseerd luisteren
Bij ongeïnteresseerd luisteren let je niet op, waardoor je hele stukken van het verhaal mist.
Passief luisteren
Wanneer je alleen naar iemands woorden luistert en helemaal niet let op de non-verbale communicatie, dan luister je passief. Je hoort alleen aan wat de ander zegt, maar je spant je niet in om de boodschap achter die woorden te begrijpen. Als passieve luisteraar zit je lui achterover in je stoel. Je let niet op en luistert met te weinig aandacht.
Ongeduldig luisteren
Wanneer je geen tijd hebt, is de kans groot dat jouw ongeduld doorwerkt in de manier waarop je luistert. Sommige mensen hebben echter altijd iets ongeduldigs over zich, ze zijn gehaast en gespannen. Je kunt je wel voorstellen dat ongeduldig luisteren de spreker niet aanmoedigt tot het vertellen van een persoonlijk verhaal.

Slide 28 - Slide

Bevooroordeeld luisteren
Wanneer je een vooropgezette mening hebt over de ander, dan kleurt dat hoe je naar de ander luistert. Je spreekt dan van bevooroordeeld luisteren: je hoort alleen wat je wilt horen of verwacht te horen. Over het algemeen ben je eerder bereid om naar iemand te luisteren die je sympathiek vindt, of die min of meer dezelfde achtergrond heeft als jij.
Verdedigend luisteren
Bij verdedigend luisteren luister je vanuit het idee dat de ander erop uit is om jou onderuit te halen. Je staat niet open voor de ander, integendeel. Bijna iedereen luistert weleens op deze manier; dat is heel menselijk. Maar er zijn ook mensen die iedere boodschap, hoe onschuldig ook, zien als aanval op zichzelf. Dan is het wel een probleem.

Slide 29 - Slide

Egocentrisch luisteren Als je egocentrisch bent, is er in je denken en voelen geen ruimte voor anderen. Bij egocentrisch luisteren ga je voorbij aan verschillen in referentiekader, zoals verschillen in denkbeelden, gewoonten of waarden en normen. Bijvoorbeeld: als de ander iets moeilijk, lelijk of grappig vindt, kleur je dat in naar jouw opvattingen. Je gaat te veel van jezelf uit, en verplaatst je te weinig in de spreker.
Autobiografisch luisteren
Wanneer je het luisteren aangrijpt om je eigen verhaal kwijt te kunnen.
Te selectief luisteren
Als je te selectief luistert, luister je niet naar de hele boodschap, maar pik je er alleen bepaalde dingen uit.

Slide 30 - Video

Best een lang filmpje kijk even hoeveel je laat zien. 

Slide 31 - Slide

Strategie om wel te luisteren. 
Leg ook het luisterdoel uit.

Slide 32 - Link

Studenten gaan in groepjes van drie met deze opdracht aan de slag. 
Zelfstandig werken

Maak Thieme Boek Communicatie: Thema 1.1 Aspecten van communicatie: Opdracht 1-20
(moet deze week af zijn)

Klaar?
Maak dan Thieme Communicatie: Thema 2.4 Luisteren en luisterhouding: Opdracht 1-7

Slide 33 - Slide

Ik weet van mijn studenten, dat ze extra de tijd willen hebben om zelfstandig te werken. zodat ze thuis bijna niets meer hoeven te doen
Afsluiting
Geef antwoord:
- Welke vormen van NIET luisteren zijn er?
- Welke luisterstragieen zijn er?

Huiswerk: Thieme Boek Communicatie: Thema 1.1 Aspecten van communicatie: Opdracht 1-20 
Volgende les: 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions