STARTREKENEN VO 2F: H1 GETALLEN - afsluiting

1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les organisatie

  • Boeken bij je? (achter in de klas)
  • Potlood of pen bij je?
  • Lessonup-app geinstalleerd?
  • Inloggen in de les - code links onderin...

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vorige week

Aan het einde van de les ken/ kun je:

  • benoemen wat een positief getal is;
  • benoemen wat een negatief getal is;
  • positieve en negatieve getallen met elkaar vergelijken.

Slide 3 - Slide

1.3 Negatieve getallen
Voorbeeld boek: blz. 26-27 

  • Negatief getal is een getal kleiner dan 0;
  • Er staat dan altijd een min (-) teken voor; 




Slide 4 - Slide

1.3 Positieve getallen

  • Positief getal is een getal hoger dan 0;




Slide 5 - Slide

1.3 vergelijken

Je kunt negatieve getallen met 
positieve getallen vergelijken.

Voorbeeld boek blz. 27



Negatief getal = - 1
Positief getal = 4

Slide 6 - Slide

1.3 vergelijken = goed lezen
Je kunt negatieve getallen met negatieve getallen vergelijken.

Voorbeeld boek blz. 27



Op maandag is het -6 °C.
Op dinsdag is het  - 2 °C 

Welke dag is warmer?

Slide 7 - Slide

Opdrachten/ huiswerk 2 nov.

Opdracht 17 t/m 21. 
Eindopdracht blz. 30+31

Voorbereiding op de toets!





Slide 8 - Slide


Wie heeft zijn huiswerk af?
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quiz

Opdrachten nakijken

Opdracht 17 t/m 21. 

Klassikaal nakijken!





Slide 10 - Slide

EINDOPDRACHT BLZ. 30+31

Slide 11 - Slide

Leerdoelen deze week

Aan het einde van de les heb je:
- de toets van hoofdstuk 1 gemaakt.
- gestart met het maken van hoofstuk 2 optellen en aftrekken.

Slide 12 - Slide

Toets voorbereiding
  • <  >  = toepassen;
  • (grote) getallen kunnen lezen + uitspreken en vergelijken;
  • Afronden op:
- miljoenen en duizendtallen
- 2 decimalen;
  • -Negatieve en positieve getallen vergelijken.

Slide 13 - Slide


A
<
B
>
C
=

Slide 14 - Quiz

4,1623..............4,1523
A
<
B
>
C
=

Slide 15 - Quiz

Italiaanse inwoners:

Rond af op een duizend-tal
A
38.000
B
39.000

Slide 16 - Quiz

Nederlandse inwoners:

Rond af op een miljoen-tal
A
16.000.000
B
17.000.000

Slide 17 - Quiz

Rond af op 2 decimalen:

3,179

A
3
B
3,1
C
3,17
D
3,18

Slide 18 - Quiz

Tafels uit elkaar!
Potlood/ pen + kladpapier (gum?)
De rest van de spullen van tafel.

Klaar - starten met hoofdstuk 2 boek - optellen en aftrekken

Groep 2 boek op school - nakijken door docent!

Slide 19 - Slide

Huiswerk - 9 nov. af
Studiemeter
Mijn methodes - Startrekenen Online 
Domein 1 - Getallen - Oefeningen - Optellen en aftrekken
- gehele getallen optellen en aftrekken
- grote getallen optellen en aftrekken

Niet af = in de middag inhalen!

Slide 20 - Slide