Par 13.3 Sterke en zwakke zuren

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Sterke en zwakke zuren

Herhaling koolstofchemie

Ethaan

Eth = 2 C

-aan = enkele bindingen tussen C's

Binas 66CD

Ethaanzuur

zuur = COOH-groep

Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH

Geef de naam van het molecuul.

Zuren

• Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+ ionen kan afstaan.
• Ook wel een H+ donor genoemd.
• Hoe meer H+ in oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
• Bij een alkaanzuur, wordt alleen  de H+ van de zuurgroep afgestaan.

Oplosvergelijking (ionisatie) zuren

• Zoutzuur = oplossing van waterstofchloride in water (Binas 66A):

HCl -> H+ + Cl-

• Oplossen van zwavelzuur in water (Binas 66B):

H2SO4 -> 2 H+ + SO42-

• Oplossen van azijnzuur (ethaanzuur, Binas 66A) in water: 

CH3COOH -> H+ + CH3COO- 

Geef de vergelijking waarbij mierenzuur (HCOOH) wordt opgelost. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).

Sterke en zwakke zuren

• Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
• Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
• Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H⁺ ion kan worden afgesplitst.
• Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).

Binas 49

sterke zuren 

Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.

1. Sterk zuur
2. Zwak zuur
3. Sterke base
4. Zwakke base

Is het azijnzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.

1. Sterk zuur
2. Zwak zuur
3. Sterke base
4. Zwakke base

Binas 49

_{CH3 COOH}

S2-

HNO3

In rood de antwoorden op de quizvragen

sterke zuren 

Welke zuren zijn zwak?

1. HCl
2. HCOOH
3. HNO3
4. HPO4

Notatie sterk zuur.

Bij een sterk zuur is er volledige ionisatie.

Waterstofchloride opgelost in water heeft de volgende notatie:

H⁺ (aq)  +   Cl^- (aq)

Notatie zwak zuur

Bij een zwak zuur is de ionisatie niet volledig de notatie van een azijnzuur oplossing in water is:

CH₃ COOH (aq)

geef de notatie van een oplossing van oxaalzuur

formule staat in tabel 66B

zwak (49) dus C₂H₂O₄ (aq)

Herhaling pH berekening

De [H+] in een oplossing is 3,4 x 10 -3 M.
Bereken de pH van deze oplossing.

De pH van een oplossing 4,16.
Bereken de [H+] in deze oplossing.

--->

Wat is de molverhouding tussen HBr en H+ ?

H​+​​+Br​−​​

HBr

1. 1:2
2. 1:1
3. 2:1
4. 1:3

Dus: [H +] = 6,24 x 10 -2 M.
Bereken de pH in het juiste aantal decimalen.

--->

Wat is de molverhouding tussen H2SO4 en H+ ?

H​2​​SO​4​​

2H​+​​+SO​4​​2−

1. 1:2
2. 1:1
3. 2:1
4. 1:3

Dus: [H +] = 5,708 x 10 -3 M.
Bereken de pH in het juiste aantal decimalen.

Voorbeeld 5

Om de  [H⁺ ] te berekenen uit de pH gebruiken we de formule

[H⁺ ] =  10 ^-pH 

Wanneer de pH=2,10 dan:

 [H⁺ ]  = 10^-2,10   Let op pH is 2 decimaal dus de [H⁺ ] is 2 significant

[H⁺ ] =  7,9 x 10^-3 mol per liter

Afronding

We gaan van par 13.3 de volgende opgaven maken:

Zorg ervoor dat je de pH berekeningen goed kunt uitvoeren.