Week 12, klas 3

Programm:

  • Hausaufgaben besprechen
  • E Grammatik
  • Theorie anwenden
  • LOGO!
Dienstag 7. November 2023
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Programm:

  • Hausaufgaben besprechen
  • E Grammatik
  • Theorie anwenden
  • LOGO!
Dienstag 7. November 2023

Slide 1 - Slide

Hausaufgaben besprechen
Aufgabe 2, 4, 5, 7 und 8

Ab Seite 15
Aufgabe 39, 40 und 41
Ab Seite 38


Slide 2 - Slide

Aufgabe 4a
  1. das Gewitter – Het gaat hier om woorden die een landschap beschrijven.
  2. die Sonne – Het gaat hier om woorden die een landschap beschrijven.
  3. der Wind – Het gaat hier om woorden die een landschap beschrijven.
  4. die Gegend – Het gaat hier om woorden die met het weer te maken hebben.
  5. im November – Het gaat hier om woorden die met de jaargetijden te maken hebben.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Aufgabe 39, 40 und 41

Aufgabe 40
Welke woorden worden met een hoofdletter geschreven. Wat is het verschil met het Nederlands?

Aufgabe 41, Seite 39

Slide 8 - Slide

E Grammatik
Seite 26




Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoorden
Zwakke werkwoorden
  • ge + stam + t
spielen - gespielt
  • eindigt het werkwoord op -ieren dan alleen stam + t
informieren - informiert
  • werkwoorden met be- of ver- ook alleen stam + t
besuchen - besucht
versorgen - versorgt


Eindigt nooit op -d!

Slide 10 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van
wohnen
A
gewohnd
B
gewohnt
C
gewohnen

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
spielen
A
gespielen
B
gespield
C
gespielt

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
telefonieren
A
getelefoniert
B
getelefonierd
C
telefonierd
D
telefoniert

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord
versuchen
A
geversucht
B
versucht
C
versuchd
D
geversuchd

Slide 14 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
besichtigen
A
gebesichtigd
B
gebesichtigt
C
besichtigt
D
besichtigd

Slide 15 - Quiz

Sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op -en
bleiben - geblieben
schwimmen - geschwommen

Een overzicht van veel voorkomende werkwoorden vind je in je boek, Seite 148

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Sein und Haben

De volgende vragen gaan over de veel gebruikte werkwoorden haben en sein 

Maar in de verleden tijd! 

Slide 18 - Slide

Sabine __________ auch in Spanien.
Sabine was ook in Spanje.
A
ist
B
war
C
warst
D
waren

Slide 19 - Quiz

__________ du bei diesem Wetter wandern?
Was jij bij dit weer wandelen?
A
bist
B
war
C
waren
D
warst

Slide 20 - Quiz

Im Sommer __________ wir tolles Wetter.
In de zomer hadden we lekker weer.
A
hatten
B
haben
C
hattet
D
hatte

Slide 21 - Quiz

Boris _________ nachmittags oft Training.
Boris had 's middags vaak training.
A
hattest
B
hatte
C
hat
D
hatten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Selbständig arbeiten
Machen Aufgabe 15 bis zum 21 und 23

Je werkt alleen, Oortjes zijn toegestaan, telefoon niet

Fertig: Brückenschlag 1 oder Slim stampen 
(kan alleen online)
 
timer
18:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

LOGO!

Welke onderwerpen heb je gezien?
Heb je daar al eerder over gehoord?
Komt dat in jouw omgeving ook voor?
Is het een positief of een negatief bericht?

Slide 26 - Slide

Machen: 
15 bis zum 21 und 23
Ab Seite 26

Lernen: Lernliste Seite 48, 49 und 50.


Slide 27 - Slide