1hv - Les 9

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Duits 2K
Duits 1hv

Slide 2 - Slide

Sprechen Sie Deutsch? betekent...
A
Spreek jij Duits?
B
Spreekt u Duits?
C
Spreken zij Duits?
D
Spreken jullie Duits?

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Was ist ein 'Vlog'? 
In een vlog vertelt iemand over zijn/haar leven. Wat doe je op een dag? Wat eet je? Waar ben je goed in?


Slide 7 - Slide

Wat moet er in jouw vlog?
1. algemene informatie over jou: leeftijd, woonplaats, hobby's etc.

V: iets over je sport: hoe vaak train je, wanneer, etc.
HV: wat eet je graag? wat drink je graag?

Slide 8 - Slide

Was ist wichtig?
- Vrijdag 2 april lever jij jouw VLOG in.  Dus uiterlijk vrijdag 2 april om 23.59 uur.
- Het cijfer telt 3x mee (als spreekvaardigheid)
- Je levert je vlog in via SOM
- In de vlog spreek je minstens 1 minuut Duits.
- Je bent tijdens de vlog zelf in beeld.
- Je maakt de vlog individueel (dus alleen).

Slide 9 - Slide

Tips
- Begin op tijd
- Kijk ruim op tijd of het lukt om jouw vlog te versturen. Lukt het niet? Meld het bij de docent.
- Begin de vlog met een intro en sluit af met een afsluiting.
- Laat iemand helpen met filmen.
- Gebruik eventueel programma's  zoals Moviemaker etc. voor de bewerking.
- Sla gefilmd materiaal altijd op en bewaar het tot je cijfer bekend is. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoe spreek je de 's' uit in woorden als 'See' en 'Sommer'?
A
als een s
B
als een z
C
als ts
D
als sj

Slide 12 - Quiz

Hoe spreek je de 'g' uit in woorden als 'gerne' en 'Geld'?
A
gewoon als onze g
B
als sch
C
als een k
D
als de Engelse g in 'garden' en 'girl'

Slide 13 - Quiz

Hoe spreek je 'ä' uit?
A
als a of aa
B
als e of ee
C
als aj
D
als eu

Slide 14 - Quiz

Hoe spreek je 'u' uit?
A
als [uu] in vuur
B
als [oo] in boot
C
als [oe] in boek
D
als [ui] in huis

Slide 15 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit:
'vierzehn'?
A
[vierzeen]
B
[vierzen]
C
[viertseen]
D
[viertsen]

Slide 16 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?
A
[schoon]
B
[scheun]
C
[scheun]
D
[sjeun]

Slide 17 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'weiß'?
A
[waib]
B
[waip]
C
[waitz]
D
[wais]

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide