20230404 Voorbereiding examen Nederlands schrijven
Voorbereiding examen Nederlands schrijven 3F
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 2
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 2 min
Items in this lesson
Voorbereiding examen Nederlands schrijven 3F
Slide 1 - Slide
Het examen schrijven, er wordt van je verwacht, dat je teksten kunt schrijven over uiteenlopendeonderwerpen uit je beroepsopleidingen over maatschappelijke onderwerpen, waarin je informatie en argumenten over verschillende bronnen bijeenvoegt en beoordeelt.
Slide 2 - Slide
Welke opdracht(en) verwacht jij bij het examen schrijven?
Slide 3 - Open question
Wat wordt er beoordeeld denk je?
Slide 4 - Open question
Het doel van de schrijver
Voor- of aan wie schrijf ik? (wordt aangegeven in de opdracht)
Wat weet mijn publiek al over het onderwerp? Wat wil hij/zij graag weten?
doel: informeren, overtuigen, activeren of instrueren (combinatie van doelen)
Welk taalgebruik is passend? Formeel/Informeel
Slide 5 - Slide
Hoe breng je samenhang aan in je tekst?
Slide 6 - Open question
Samenhang
Indeling van de tekst en lay-out
Gebruik verwijs- en signaalwoorden om het verband tussen de alinea's aan te geven.
Slide 7 - Slide
Taalverzorging
Variatie in woorden (woordenschat) en zinnen
Woordkeus moet "passend" zijn
Spelling, stijl, grammatica, leestekens
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Helder formuleren
Gebruik niet steeds dezelfde zinnen / woorden bv. Ons bedrijf verkoopt fietsen. Met de verkoop van fietsen is ons bedrijf marktleider.
Schrijf zoveel mogelijk in de tegenwoordige tijd. Niet: de ene zin in de tegenwoordige - en de andere in de verleden tijd.
Schrijf actieve zinnen: De monteur installeert de machine. Niet: de machine wordt geïnstalleerd door de monteur.
Slide 10 - Slide
Een schrijfplan
Voorbereiding (voor wie / onderwerp / deelonderwerpen/wat wil je bereiken/tekstsoort/inleiding-kern-slot en titel?)
Uitvoering (schrijf een kladversie)
Controle
Slide 11 - Slide
Een schrijfplan
3. Controle:
juiste tekstsoort?
alle informatie verwerkt?
woordkeuze
hoofdletters, leestekens
afwisselend woordgebruik
Slide 12 - Slide
Een schrijfplan
4. Herschrijf de tekst
Slide 13 - Slide
Welke soorten correspondentie ken je?
Slide 14 - Open question
De zakelijke brief
Opdracht in Teams inleveren: vandaag!
een zakelijke brief: taalgebruik is formeel
Inleiding: waarom schrijf je de brief?
Kern: wat is er aan de hand, beschrijf de situatie en de gevolgen
Slot: wat verwacht je van de ontvanger en op welke termijn?
Slide 15 - Slide
Briefconventies
NAW gegevens afzender
NAW gegevens geadresseerde
Dagtekening
Onderwerp/betreft:
Aanhef
Inleiding - kern - slot
Slotgroet
Ondertekening / naam
Slide 16 - Slide
De zakelijke e-mail
Afzender
Ontvanger
Onderwerp
Bijlage(n)
Aanhef
Inleiding - kern - slot
Slotgroet
Ondertekening + naam
Slide 17 - Slide
Aan de slag
Schrijf de brief en lever in via Teams, deadline vandaag!
Maak je opdrachten schrijven in de methode Taalblokken!