Oorlog is in principe slecht voor de handel, maar de oorlog werd vooral in de Zuiderlijke Nederlanden uitgevochten (huidige België)
Haven van Antwerpen werd afgesloten: handelschepen wijken uit naar Amsterdam
Slide 4 - Slide
Hoe wordt de Republiek rijk? (2)
Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen
Vooral veel zuivelproducten
Oplossing: stapelmarkt.
Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent
Slide 5 - Slide
Stapelmarkt
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout
Slide 8 - Quiz
Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout
Slide 9 - Quiz
Republiek wordt handelscentrum van Europa
Slide 10 - Slide
Specerijen
Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.
Groeit alleen in Zuidoost-Azië.
Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.
Slide 11 - Slide
Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.
Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje
Slide 12 - Slide
Rijk en arm
Slide 13 - Slide
Rijk...
Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren
Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
...en arm
Ambachtslieden en winkeliers: er hoefde maar iets te gebeuren, waardoor ze in de problemen kwamen. Bijvoorbeeld: stijging van broodprijzen
Meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam hadden geen vast werk en/of inkomen
In het oosten en noorden van Nederland kwam er nog veel meer armoede voor: mensen leefden vooral als 'kleine' boer. Voor hen leverde de handel niet zo veel op.
Slide 16 - Slide
Armenzorg
Ongeveer 15% van de Amsterdamse bevolking leefde van de armenzorg
Armenzorg, via: kerk, gilde, de stad en soms rijken
Rasphuis: soort gevangenis waarin je tucht (=discipline en gehoorzaamheid) werd bijgebracht, door hard te werken
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
L'État, c'est Moi
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.
Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht.
Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...
Slide 19 - Slide
Deze keer...
Aan het eind van deze presentatie weet je waar het tijdvak over gaat.