Ontwikkeling va de adolescent 8

Kun je het aan geven wat een zelfbeeld en identiteit is?
1 / 28
next
Slide 1: Open question
OvdaHBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kun je het aan geven wat een zelfbeeld en identiteit is?

Slide 1 - Open question

Wat is de definitie van het begrip "adolescentie"

Slide 2 - Open question

Hoe kun je het besef van identiteit omschrijven?

Slide 3 - Open question

Wat zijn de
centrale ontwikkelingstaken?

Slide 4 - Mind map

Centrale ontwikkelingstaken
- vormgeven aan veranderde relaties binnen het gezin 
-  zorgdragen voor gezondheid en uiterlijk
- zinvolle invulling van vrije tijd
- vormgeven aan intimiteit en seksualiteit
- participeren in onderwijs en of werk
- vriendschappen en sociale contacten onderhouden
- omgaan met autoriteit

Slide 5 - Slide

Ik (jongen 15 jaar) heb ruzie met mijn ouders. Ik wil een tattoo en dat mag niet. Het is toch mijn lijf en ik ben oud genoeg omdat te beslissen! Wat vinden jullie nu. Hoe oud moet je zijn om daar over zelf te beslissen?
A
14
B
18
C
15
D
17

Slide 6 - Quiz

Melissa (16) mag van haar ouders samen met vrienden op vakantie, wel met goede afspraken!
Welke opvoedingsstijl hebben de ouders van Melissa?
A
Autoritatief
B
Autoritair
C
Permissief
D
Onverschillig

Slide 7 - Quiz

Jaap heeft geen vrije tijd, hij moet veel taken doen. Hij moet een krantenwijk lopen en het geld afstaan. Hij moet na school eerst zijn huiswerk doen en mag geen computer of mobiel op zijn kamer.
Opvoedingsstijl van ouders is
A
Autoritaitef
B
Autoritair
C
Permissie
D
Onverschillig

Slide 8 - Quiz

Wat is psychologische controle
bij opvoeden?

Slide 9 - Open question

Wat is gedragscontrole bij opvoeden?

Slide 10 - Open question

Wat is demandingness
A
eisen
B
steunen
C
zorgen
D
controle houden

Slide 11 - Quiz

Wat is responsiviteit
A
eisen
B
steunen
C
zorgen
D
controle houden

Slide 12 - Quiz

Definitie
emotionele
intelligentie

Slide 13 - Mind map

Emotionele intelligenti
Emoties zijn een belangrijke drijfveer achter het menselijk handelen t.a.v. eigen welbevinden als voor de relatie met anderen. Kinderen ontwikkelingen en worden bewust van eigen emoties en  die van anderen.

EMOTIONELE VAARDIGHEDEN
In de adolescentie sterk ontwikkelt samen met cognitieve ontwikkeling waaronder het vermogen tot  reflectie en abstractie 
Emoties verankeren in de  persoonlijkheid

Slide 14 - Slide

Noem de vijf voornaamste statusgroepen op school

Slide 15 - Open question

Welke statusgroep scoort niet laag of hoog op acceptatie en verwerping
A
populaire
B
genegeerde
C
gemiddelde
D
verworpen

Slide 16 - Quiz


Bij welke groep hoort een adolescent die niet geaccepteerd wordt en ook niet verworpen?
A
populaire
B
genegeerde
C
gemiddelde
D
controversiële

Slide 17 - Quiz

Wat is adaptief leren?

Slide 18 - Mind map

Adaptief leren
Door te assimileren en accomoderen

Assimileren is geschikt maken

Accomoderen is verwerken (door integratie en substitutie)

Slide 19 - Slide

Welke vier fases ken je van de cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget?

Slide 20 - Open question

Op welke leeftijd/fase hebben kinderen een idee van conservatie van inhoud

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Hoe ontwikkelt het zelfconcept?

Slide 23 - Open question

Benoem de drie
psychoseksuele
ontwikkelingslijnen

Slide 24 - Mind map

3 lijnen
1. seksuele ontwikkelingsdifferentiatie tot man of vrouw en de ontwikkeling van een genderidentiteit 

2. 
seksuele responsiviteit en seksueel gedrag

3. het vermogen om intieme relaties aan te gaan

Slide 25 - Slide

Wat is een
genderidentiteit
en een genderrol?

Slide 26 - Mind map

Wat hoort niet bij de genderrol?
A
cultureel bepaald
B
gedrag als vrouw
C
gedrag als man
D
Je man of vrouw voelen

Slide 27 - Quiz

Welk stadium van moreel denken?

Kritischer te gaan staan tegen over de regels van de maatschappij en leren er wat flexibeler mee om te gaan. Men gaat meer nadenken over het waarom van regels, gaat het eigen oordeel en de individuele rechten van mensen meewegen en komt zo tot een meer persoonlijk moreel oordeel
A
pre-conventioneel
B
post-conventioneel
C
conventioneel
D
midden conventioneel

Slide 28 - Quiz