le pronom possessif (bezittelijk voornaamwoord)

Mardi, le 19-11-2024
Bonjour
We gaan het bezittelijk voornaamwoord leren.
Waarom gaan we het bez. vnw leren?
Hoe kan je het bez. Vnw leren?
Werkwoord pouvoir.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mardi, le 19-11-2024
Bonjour
We gaan het bezittelijk voornaamwoord leren.
Waarom gaan we het bez. vnw leren?
Hoe kan je het bez. Vnw leren?
Werkwoord pouvoir.

Slide 1 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
SILENCE ON ÉCOUTE
LESDOELEN
Na deze les:
- weet je wat het adjectif possessif (bezittelik voornaamwoord) is
- kun je de bezittelijke voornaamwoorden correct gebruiken in het Frans

Slide 2 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord ( l'adjectif possessif)
  • een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is! 
  • IN NL kijk naar de persoon van wie het is
→ het geeft dus een bezit aan: peter heeft een Vaas-zijn vaas
Fatima heeft een hond-haar hond
  •  IN het Frans kijk je naar het woord achter.
  • -->de vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waarover het gaat. 
  • par exemple: c'est mon livre (le livre = mannelijk enkelvoud)

Slide 3 - Slide

l'adjectif possessif!

Slide 4 - Slide

Attention! Let op!
  • Wanneer een vrouwelijk woord begint met een klinker of h wordt: ma/ta/sa → mon/ton/son

  • mon ami = mijn vriend (mannelijk enkelvoud) 
  • mon amie ( mijn vriendin (vrouwelijk enkelvoud)  

Slide 5 - Slide

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son
D
sa / ses

Slide 6 - Quiz

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'jouw'?
A
ton, ta,mes
B
mon, ma, mes
C
ton, ta, tes
D
ton, mon, tes

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son
D
sa/ses

Slide 8 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 9 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 11 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (hun) tante (vrouwelijk enkelvoud)
A
leur
B
ta
C
mon
D
son

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère (vrouwelijk enkelvoud)
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 14 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
Zijn, haar

Slide 15 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... cousine (mijn)

Slide 16 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... frère (haar)

Slide 17 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord:
(mijn) soeur

Slide 18 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Slide 19 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie
timer
0:30

Slide 20 - Open question

Zo goed ken ik de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 21 - Slide