Welzijn herhalingsles

Herhalingsles 
GO2 gezelschapsdieren
Welzijn en regelgeving

1 / 31
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalingsles 
GO2 gezelschapsdieren
Welzijn en regelgeving

Slide 1 - Slide

Wie is dit?
A
Sheltie
B
Peruvian
C
Gladhaar cavia
D
Borstel

Slide 2 - Quiz

Schrijf de 5 vrijheden op.

Slide 3 - Open question

Normen en waarden
Verschillen in normen en waarden​

Normen: gedragsregels​
Waarden: Wat jij belangrijk vindt.​

Verschillende visies over omgaan met dieren.
Dit is ethiek. 



Slide 4 - Slide

Waarvoor houden wij dieren
  • Productie​
  • Ondersteuning werkzaamheden mens​
  • Gezondheidszorg mens​
  • Gezelschap en recreatie ​
  • Wetenschappelijk onderzoek 




Slide 5 - Slide

Ethogram en protocol
Ethogram: beschrijving waargenomen gedrag​

Uitbreiden met getallen (turven) en tijdschrijven (hoelang een bepaald gedrag duurt)​

Protocol: waarnemen en scoren van het gedrag


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is domesticatie
A
proces van wild dier tot huisdier
B
Het dier is heel dominant
C
Het dier doet heel dominant naar de baas toe.

Slide 9 - Quiz

Waarom leeft een kat solitair?

Slide 10 - Open question

Wie heeft het grootste territorium?
A
Poes
B
kater
C
Gecastreerde kater
D
Maakt niets uit.

Slide 11 - Quiz

Wat zijn feromonen bij een kat?

Slide 12 - Open question

Domesticatie hond
  • Stamt af van de wilde wolf​
  • Wolven leven in roedels van 2 tot 20 dieren. ​
  • Territorium van 5 km2 tot 20 km2. ​
  • Alfa-dieren = leider mannetje of vrouwtje van de roedel. ​
  • Rangorde: ​
  • dominant, onderdanig (submissief)​
  • Laagste positie= omega positie. 






Slide 13 - Slide

Noem een aantal dingen op hoe een hond communiceert?

Slide 14 - Open question

Heb je de les communicatie hond op Animalis gemaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Waarom kan een kat niet zo brullen als een leeuw?

Slide 16 - Open question

Wat is affilatief gedrag bij katten?
A
Positief sociaal gedrag
B
Ze laten agressief gedrag naar andere katten zien
C
Ze laten solitair gedrag zien
D
Ze kunnen op verschillende manieren communiceren

Slide 17 - Quiz

Waarom maken katten tijdens het spelen geen geluid?

Slide 18 - Open question

Wat zegt platte oren bij een kat?
A
Angstig
B
Conflict vermijdend gedrag
C
agressief
D
speels

Slide 19 - Quiz

Wet dieren
Sinds 2013
Geeft regels over gehouden dieren, niet over wilde dieren.
Onderdelen zijn:
  • Regels over het houden van dieren
  • huisvesting
  • vervoer van dieren
  • fokken en handelen in dieren
  • diergeneeskundige ingrepen

Slide 20 - Slide

Wet dieren
Onderdeel van de wet Dieren is:
- besluithouders van dieren (2014)
Doel: vakbekwaamheid van mensen die bedrijfsmatig dieren opvangen, verkopen of fokken te garanderen. 

Slide 21 - Slide

In de wet staat dat honden niet te jong bij het ouder dier weggehaald moeten worden. Wat staat er in de wet over het scheiden van een pup bij het ouder dier.
A
6 weken
B
7 weken
C
8 weken
D
12 weken

Slide 22 - Quiz

Wat staat er in de wet over het fokken met honden en katten. Hoe vaak mogen ze een nestje hebben?

Slide 23 - Open question

Registratie
Honden verplicht sinds 2013
Katten niet verplicht. 

Slide 24 - Slide

Arbowet
Welke 3 hoofdzaken staan er in de Arbowet?
  1. Veiligheid
  2. Gezondheid
  3. Welzijn in de arbeidsorganisatie

Slide 25 - Slide

De 3 onderdelen van de arbowet:
  1. Arbobesluit
  2. Arbowetgeving
  3. Arboregeling

Slide 26 - Slide

WAt is natuurlijke selectie?

Slide 27 - Open question

Wat zijn rudimentaire organen?

Slide 28 - Open question

Welke hormonen gaan werken tijdens acute stress
A
Adrenaline en insuline
B
Cortisol en adrenaline
C
Insuline en progestoron
D
Progestoron en Oestrogeen

Slide 29 - Quiz

Wat moet je leren voor de toets
  • PowerPoints les 1 t/m 4 en les 6
  • Rassenlijst
  • Animalis lessen
  • Boek
  • Opdrachten 

Slide 30 - Slide

Wat vond je van de les zo?
A
Zinvol, ik hoop dat deze vragen in de toets komen
B
Redelijk, had er meer van verwacht
C
Niet zinvol

Slide 31 - Quiz