Herhalingsles thema 4

Oefenen Thema 4
Maak de oefenopdrachten in deze LessonUp.
Bij sommige opdrachten kan je het antwoord invullen op de dia na de vraag.

Succes!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen Thema 4
Maak de oefenopdrachten in deze LessonUp.
Bij sommige opdrachten kan je het antwoord invullen op de dia na de vraag.

Succes!

Slide 1 - Slide

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Jeugdpuistjes
Schaamhaar
Schaamlippen
Ongesteldheid
Baardgroei
Een lage stem
Een penis

Slide 2 - Drag question

...

Slide 3 - Slide

Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 4 - Quiz

Twee uitspraken:

Wilco zegt: De groeispurt van jongens begint eerder dan die van meisjes
Manon zegt: Groeihormonen worden gemaakt door de geslachtsorganen

Wie heeft gelijk?
A
Wilco
B
Manon
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk

Slide 5 - Quiz

Welk orgaan speelt zowel bij mannen als vrouwen een belangrijke rol bij de regulatie van afgifte van geslachtshormonen?

Slide 6 - Open question

Twee uitspraken

Karin zegt: Bij het gebruik van een condoom kun je geen HIV meer oplopen.
Huib zegt: Na een HIV-besmetting krijg je altijd binnen een jaar klachten.

Wie heeft gelijk?
A
Karin
B
Huib
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk

Slide 7 - Quiz

Vraag
Op 7 april wordt Marina ongesteld. 

Op welke datum zal de eisprong dan plaatsvinden?
Leg uit?

Slide 8 - Slide

Zie de kalender.
Op welke datum zal de eisprong dan plaatsvinden?
Leg uit?

Slide 9 - Open question

Gender en sekse zijn verschillend, maar hebben ook met elkaar te maken.
Een persoon is intersekse.
1. Is dit gender of sekse?
2. Is dit geestelijk of lichamelijk?

Slide 10 - Open question

Wat is waar?
In de placenta stroomt...
A
bloed van de moeder naar het embryo en weer terug.
B
bloed van de moeder vlak langs het bloed van het embryo.

Slide 11 - Quiz

Tweelingen
Welke afbeelding laat volgens de informatie van de tekst een twee-eiige tweeling zien?

Slide 12 - Slide

Welke afbeelding laat volgens de informatie van de tekst een twee-eiige tweeling zien?
A
P
B
Q
C
R

Slide 13 - Quiz

Prostaat
Bij een zaadlozing gaan de spermacellen door de zaadleider en langs de zaadblaasjes door de prostaat. Daar wordt prostaatvocht toegevoegd. In de afbeelding is het mannelijke voortplantingsstelsel weergegeven.
Een aantal delen is aangegeven met een letter.

Welke letter in de afbeelding geeft de prostaat aan?

Slide 14 - Slide

Welke letter in de afbeelding geeft de prostaat aan?
A
Q
B
R
C
T
D
U

Slide 15 - Quiz

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door bacteriën?
A
Chlamydia
B
Hepatitis B
C
Herpes genitalis
D
HIV

Slide 16 - Quiz

Bevruchting
Om de kans op een bevruchting zo groot mogelijk te maken, wordt bepaald wanneer de vrouw vruchtbaar is. Pas dan worden de zaadcellen in haar lichaam gebracht.


Welke letter in de afbeelding geeft de plaats aan waar de eicel zich bevindt als deze bevrucht kan worden? Hoe heet dit orgaan?

Slide 17 - Slide

Welke letter in de afbeelding geeft de plaats aan waar de eicel zich bevindt als deze bevrucht kan worden? Hoe heet dit orgaan?

Slide 18 - Open question

Welke bewering over de anticonceptiepil is juist?
A
De pil kun je bij een drogist kopen
B
De pil beschermt tegen geslachtsziekte
C
De pil bevat hormonen die de rijping van een eicel tegen gaan.
D
Een vrouw die de pil slikt heeft nog wel een ovulatie.

Slide 19 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
Innesteling
Bevruchte eicel deelt zich
Bevruchting
Ovulatie
Bolletje cellen

Slide 20 - Drag question

Vraag
Sommige vrouwen kunnen niet in verwachting raken doordat hun eileiders verstopt zijn.
 

1) Heeft de verstopping bij deze vrouwen invloed op de menstruatie?
2) En op de ovulatie?

Slide 21 - Slide

Sommige vrouwen kunnen niet in verwachting raken doordat hun eileiders verstopt zijn.

1) Heeft de verstopping bij deze vrouwen invloed op de menstruatie?
2) En op de ovulatie?
A
Ja, Nee
B
Ja, Ja
C
Nee, Ja
D
Nee, Nee

Slide 22 - Quiz

Welke uitspraken over het condoom zijn juist? En welke onjuist?
Juist
Onjuist
Het condoom is een voorbehoedsmiddel dat ook tegen soa's beschermt.
Het condoom is altijd 100% betrouwbaar.
Het condoom voorkomt dat de zaadcellen bij een rijpe eicel kan komen.
Als je twee condooms over elkaar heen gebruikt, ben je beter beschermt.
Coïtus interruptus is: vroegtijdig terugtrekken van de penis uit de vagina, voordat de zaadlozing plaatsvindt

Slide 23 - Drag question

Tussen de 9e en 14e week van de zwangerschap wordt er een echo gemaakt.

Wat wordt er bepaald aan de hand van deze echo?
A
of er hartafwijkingen zijn
B
of het kindje downsyndroom heeft
C
wat het geslacht van het kindje is
D
hoelang de vrouw zwanger is

Slide 24 - Quiz

Aan de slag!
LEZEN
bs 1 t/m 6
MAKEN
alle achterstallige opdrachten
KLAAR?
Nakijken en 
test jezelf
 ( online methode)

Slide 25 - Slide