Ondernemen les 10

ondernemen
Marketingmix 2
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

ondernemen
Marketingmix 2

Slide 1 - Slide

lesdoelen
Je weet wat de P van product inhoudt
Je weet wat de P van plaats inhoudt
Je hebt binnen de P van presentatie de huisstijl voor je onderneming/product/dienst ontworpen

Slide 2 - Slide

herhaling
wat is de marketingmix?

Slide 3 - Slide

Wat is de marketingmix?
A
Combinatie van de zes marketinginstrumenten om zo veel mogelijk producten te verkopen.
B
Een lekker drankje in de nachtclub van Sander
C
De combinatie van bedrijven die je hebt
D
De hoeveelheid markten in een stad of dorp

Slide 4 - Quiz

En wat zijn dan die marketing instrumenten?
Product
Het product is de P die het meest opvalt. Een product kan een artikel zijn, maar ook een dienst. Een product heeft materiële en immateriële eigenschappen.
Prijs
Voordat een ondernemer een artikel kan verkopen, moeten er eerst producten of grondstoffen worden ingekocht. De prijs die de ondernemer hiervoor betaalt, heet de inkoopprijs. De prijs die de klant betaalt, heet de verkoopprijs of consumentenprijs.
Plaats
Op welke manier wil de ondernemer dat zijn product of dienst bereikbaar is voor zijn klanten? Via een fysieke winkel, of een webwinkel?
Promotie
Promotie is de manier waarop een ondernemer aandacht probeert te krijgen voor zijn bedrijf.
Personeel
Dus als je personeel aanneemt moet je goed bedenken wat voor mensen je zoekt
Presentatie
De P van presentatie staat voor de manier waarop een bedrijf zichzelf en zijn producten presenteert. Presentatie is belangrijk voor alle onderdelen van de marketingmix

Slide 5 - Slide

Product
De materiële eigenschappen van een product zijn de eigenschappen die je kunt meten. Bijvoorbeeld de smaak van een lolly, het aantal branduren van een spaarlamp of de stof waarvan een T-shirt is gemaakt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De immateriële eigenschappen van een product zijn de eigenschappen die je niet kunt meten. Het gaat dan om het gevoel dat de klant heeft bij die eigenschap van het product. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende zaken: merk, service en garantie, en verpakking.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een fabrikant verkoopt een product dat weinig gekocht wordt. Door onderzoek komt hij erachter dat de klant een negatief beeld heeft van het product. Welke eigenschappen van het product moet hij veranderen?
A
de materiële eigenschappen
B
de immateriële eigenschappen

Slide 10 - Quiz

Een merknaam is de naam die een fabrikant geeft aan alle artikelen die hij maakt. De merknaam kan in plaats van een naam ook een teken of een symbool zijn. Door een merknaam is een product goed herkenbaar. De klant weet wat hij koopt en kent de kwaliteit.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

A-merk
Landelijk of internationaal bekend merk, dat duur en van hoge kwaliteit is.
B-merk
Minder bekend merk, goedkoper dan de A-merken en vaak van een iets lagere kwaliteit.
Huismerk
Artikelen die speciaal voor een winkelketen worden gemaakt hebben het huismerk.

Slide 13 - Slide

Tot welk soort merken behoren de artikelen op de onderste rij?
A
A-merk
B
B-merk
C
Huismerk

Slide 14 - Quiz

Verpakking
Een verpakking dient ter bescherming van het product, maar een product is ook herkenbaar door de verpakking

Verpakking is steeds belangrijker geworden. Een product moet opvallen om de aandacht van de klant te trekken.

Slide 15 - Slide

Plaats
Waar vestig je je onderneming?

Slide 16 - Slide

Een bedrijf kan het marketinginstrument ‘Plaats’ niet makkelijk veranderen. Het is erg duur voor een bedrijf om een fysieke winkel te openen en/of een goed werkende webshop in te richten.

Slide 17 - Slide

• welke mensen tot de doelgroep behoren. Als ondernemer moet je je doelgroep kennen. Waar wonen je mogelijke klanten, hoe en waar kopen ze hun producten en op welke manier willen zij diensten afnemen?

Slide 18 - Slide

• wat het assortiment is. Het assortiment of type dienst bepaalt of een vestigingsplaats noodzakelijk is of dat je kunt verkopen via internet.

Slide 19 - Slide

• hoe groot het verzorgingsgebied is. Het verzorgingsgebied is het gebied waar de klanten wonen. Het verzorgingsgebied van een bedrijf kan een wijk of een buurt zijn, een dorp of een stad, maar het kan ook de provincie of zelfs het hele land zijn.

Slide 20 - Slide

• waar de concurrenten zitten. In het verzorgingsgebied waar een bedrijf zich wil vestigen, zitten vaak ook andere bedrijven. Dit kan een voordeel zijn. Meer winkels betekent dat er ook meer mensen komen. Supermarkten en warenhuizen zijn winkels die veel klanten trekken. Maar het wordt een nadeel als die andere winkels allemaal dezelfde producten verkopen. Dit laatste geldt zeker voor verkopen via internet. Hoe meer webshops dezelfde producten verkopen, hoe groter de concurrentie is. Tegenwoordig kiezen steeds meer ondernemers voor een winkel én een webshop.


Slide 21 - Slide

Heeft een snackbar een groot of een klein verzorgingsgebied?
A
Groot
B
Klein

Slide 22 - Quiz

Waarom vestigt een nieuwe tandartsenpraktijk zich niet naast een andere tandartsenpraktijk?
A
vanwege de doelgroep
B
vanwege criminaliteit
C
vanwege concurrentie

Slide 23 - Quiz

Presentatie
• een mooi opgemaakte etalage;
• de zorg die aan een product of dienst is besteed;
• een schone winkel, schoon kantoor of schone praktijkruimte;
• goed verzorgde medewerkers;
• de manier waarop reclame wordt gemaakt;
• een mooie, actuele website website;
• een schone bedrijfswagen met logo.

Slide 24 - Slide

Huisstijl
Elke onderneming wil herkenbaar zijn voor de doelgroep. Dit kan door een huisstijl te ontwikkelen. Onderdelen van een huisstijl zijn bijvoorbeeld kleur, logo en lettertype. Die komen overal op dezelfde manier terug, zoals in de inrichting van de bedrijfsruimte, de visitekaartjes en het briefpapier.

Slide 25 - Slide

Ontwerp de huisstijl

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide