2.2 Cultuur in het Romeinse Rijk

Welke kaart is de kaart van het Romeinse rijk?
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke kaart is de kaart van het Romeinse rijk?

Slide 1 - Drag question

KA. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 2 - Slide

Kenmerken
Verkorte versie: Uitbreiding Romeinse Rijk en romanisering
Tijdvak: Tijd van Grieken en Romeinen
Jaartallen: Ca. 3000 v. Chr. - 500 n. Chr.
Periode: Oudheid
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: economie, cultuur, politiek
Begrippen: imperium, republiek, Julius Caesar, burgerschap, Pax Romana, romanisering, Octavianus Augustus

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Invalshoek: economie, cultuur, politiek


- De leerling kan de groei van het Romeinse imperium uitleggen.
- De leerling kan de verschillende bestuursvormen van het Romeinse imperium benoemen en uitleggen.
- De leerling kan het ontstaan van de Grieks-Romeinse cultuur uitleggen.
- De leerling kan uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreid over de veroverde gebieden.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bij zowel de Grieken als de Romeinen hebben jullie geleerd dat hun cultuur verspreid werd naar andere volken.

Leg uit waarom het verspreiden van de cultuur hoort bij het begrip IMPERIUM.
(!) Gebruik in je antwoord een voorbeeld van het HELLENISME of de ROMANISERING.

Slide 12 - Open question

Bij zowel de Grieken als de Romeinen hebben jullie geleerd dat hun cultuur verspreid werd naar andere volken.

Leg uit waarom het verspreiden van de cultuur hoort bij het begrip IMPERIUM.
(!) Gebruik in je antwoord een voorbeeld van het HELLENISME of de ROMANISERING.

Slide 13 - Open question

Gebruik de bron.
- Noem de twee kenmerkende aspecten die passen bij deze bron.
- Leg uit waarom met behulp van de bron.

Slide 14 - Open question