HIN 3H Spelling: §10, 11 en 12

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Fijn dat je er bent!
Pak je boek, je schrift, 
je etui met een 
pen en log in op deze LessonUp. 
Meld jezelf aan voor de klassencode op LessonUp: 
aqkgv




timer
3:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel:


  • Je weet hoe je de socialemediacampagne uitwerkt en hoe je hierop wordt beoordeeld.

  • Je weet hoe en wat je moet presenteren en hoe hierop wordt beoordeeld. 

Slide 3 - Slide

Startvraag
Duo:
Leg met een voorbeeld uit wat homofone werkwoorden zijn.
havo
plus
Noteer je antwoord in je schrift.
Duo:
Verzin zoveel mogelijk homofone werkwoorden met je buurman/buurvrouw. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Crossen - Hij crosste door het bos.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'crossen'?
A
gecrost
B
gecrosst
C
gecrosd
D
gecrossd

Slide 13 - Quiz

verleden tijd van crossen
hij..........
A
crossde
B
crosste
C
crosde
D
croste

Slide 14 - Quiz

Homofone werkwoordsvormen zijn werkwoordsvormen die verschillend gespeld worden, hoewel ze hetzelfde klinken. Denk aan vormen als bind en bindt, gelooft en geloofd, rusten en rustten en vergrootte en vergrote

‘Homofoon’ betekent ‘gelijk van klank’.

Slide 15 - Slide

Elke week (bezorgen) Tim enkele honderden folders.

Slide 16 - Open question

De intercity uit Amsterdam is (ontsporen) vlak voor hij station Leiden bereikte.

Slide 17 - Open question

Welke minister heeft de leraren (beloven) dat hij iets aan hun grote werkdruk zou doen?

Slide 18 - Open question

Met mij heeft natuurlijk weer niemand (overleggen) over de vakantiebestemming.

Slide 19 - Open question

Ik kies voor

Engelse werkwoorden


homofone werkwoordsvormen


Kies één van de drie opdrachten over het gebruik van Engelse werkwoorden in het Nederlands.

Kies uit elke kolom één onderdeel en stel zo je eigen opdracht samen. Verzamel minimaal zes sterren.

Slide 20 - Slide

Maak de opdrachten van §10 en 11. Om extra te oefenen voor de toets maak je ook de mixopdrachten van §12 in de online methode.
Kies een van beide keuze-opdrachten. Deze lever je woensdag in. 

Slide 21 - Slide

Heb je een vraag?

Slide 22 - Slide

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 23 - Slide

Ik weet nu hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Lees de teksten en 
maak opdracht 1 t/m 3 op blz 66 en verder 

Hoe
Nederlands boek en schrift
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
15 minuten
Klaar?
Lees verder in je leesboek. 
timer
15:00

Slide 25 - Slide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 26 - Slide

Fijn weekend. Tot woensdag. 

Slide 27 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan Engels werkwoorden spellen.
  • Ik weet hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken.

Slide 28 - Slide

Terugblik op de les
Wat ging goed?
Wat kan beter?

Slide 29 - Slide