5.5 Kruistochten

5.5
Kruistochten
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

5.5
Kruistochten

Slide 1 - Slide

SO H5
4 april.
Leer 5.1 t/m 5.5 + begrippen + Lessonups

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerkcontrole.
Stof van vorige week herhalen.
Stof over de kruistochten afronden.

Slide 3 - Slide

Huiswerk controle!
5.3 maak opdracht 2, 3, 5 en 6.
+ lees 5.3 en 5.5 en markeer de belangrijkste zinnen in de tekst.

Slide 4 - Slide

5.3: Een leven voor God
Samen lezen en markeren.

Slide 5 - Slide

Aan de slag
Kijk je huiswerk van 5.3 na.
Maak van 5.5 opdracht 4, 6, 7 en 8.
Maak daarbij gebruik van de tekst van 5.5.
Je hebt tien minuten de tijd, niet af = huiswerk!
Je mag samenwerken.
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Kruistochten - het begin
  • Het  Midden-Oosten was veroverd door het Arabische Rijk.​
  • Jeruzalem (de heilige stad van joden, christenen en moslims) was veroverd door moslims: Seltjoeken.​
  • De keizer van het Byzantijnse Rijk vraagt de paus om hulp.​
  • Christelijke ridders worden opgeroepen om mee op kruistocht te gaan en het ‘Heilige Land’ te bevrijden.​
  • Kruisvaarders bevrijden Jeruzalem, maar slachtten veel moslims en joden af.​
  • Nog meer gebieden langs de Middellandse Zee worden veroverd door de kruisvaarders.​
  • Jeruzalem wordt al snel weer terug veroverd door de Seltjoeken, daarna lukt het nooit meer om met kruistochten Jeruzalem te bevrijden.





Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Redenen om op kruistocht te gaan
1 Om vergeving van zonden te krijgen.
2 Om geld of andere buit te verkrijgen.
3 Om een stuk vruchtbaar land in Palestina te krijgen.

Slide 9 - Slide

Gevolgen van de kruistochten
  • Handel met het Midden-Oosten nam toe.
  • Arabieren wisten veel over wiskunde, geneeskunde, aardrijkskunde en natuurkunde uit de boeken van Grieken en Romeinen.
  • --> Door de kruistochten komen de Europeanen ook achter deze kennis.

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Kijk je huiswerk van 5.3 na.
Maak van 5.5 opdracht 4, 6, 7 en 8.
Maak daarbij gebruik van de tekst van 5.5.

Slide 11 - Slide