Grammatica H4 - (in)congruentie + (onjuiste) inversie

Deze les
Grammatica H4: congruentie + inversie

Aan het eind van de les:
  • kun je congruentie en incongruentie herkennen;
  • kun je juiste en onjuiste inversie herkennen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les
Grammatica H4: congruentie + inversie

Aan het eind van de les:
  • kun je congruentie en incongruentie herkennen;
  • kun je juiste en onjuiste inversie herkennen.

Slide 1 - Slide

Congruentie
In zinnen komt de persoonsvorm in persoon en getal overeen met het onderwerp: congruentie. Dit houdt in dat bij een enkelvoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm hoort. 
  • VB: Ik loop naar school. / Wij lopen naar school. 

Als persoonsvorm en getal niet overeenkomen: incongruentie.

Meestal is dit niet moeilijk, maar er zijn een paar lastige gevallen, zie volgende dia's.


Slide 2 - Slide

Deze antibiotica werkt niet bij mij.
A
Fout
B
Goed

Slide 3 - Quiz

Op de heuvel loopt een kudde bruine schapen rustig te grazen.
A
Fout
B
Goed

Slide 4 - Quiz

Hebben de politie te weinig personeel om kleine inbraken op te lossen?
A
Fout
B
Goed

Slide 5 - Quiz

Gisteren bezochten een klas brugklassers de oude molen bij Windesheim.
A
Fout
B
Goed

Slide 6 - Quiz

Tegenwoordig is op alle dancefeesten allerlei synthetische drugs te koop.
A
Fout
B
Goed

Slide 7 - Quiz

Incongruentie
  • Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien:
       De media schrijft veel onzin over deze bekende Nederlander.

  • Het onderwerp (ow) lijkt meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is:
      Uit de enquête bleek dat de meerderheid van de leerlingen tegen             
      frisdrankautomaten waren.



.

Slide 8 - Slide

Incongruentie
  • De pv en het ow staan ver uit elkaar en daartussen staan andere   zinsdelen met een ander getal dan het ow:
       Het schijnt dat het stadsbestuur de komende jaren binnen de grachten             geen nieuwe parkeerplaatsen voor auto’s meer willen aanleggen.

Slide 9 - Slide

Oudere mensen beweren vaak dat de jeugd van tegenwoordig geen enkel respect meer voor hen hebben.
A
congruentie
B
incongruentie

Slide 10 - Quiz

Uit onderzoek blijkt dat dertien procent van de Nederlanders niet goed kan lezen en schrijven.

A
congruentie
B
incongruentie

Slide 11 - Quiz

Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper brengen op een veiling zo duizenden euro op.

A
congruentie
B
incongruentie

Slide 12 - Quiz

Inversie
In veel zinnen staat het onderwerp op de eerste plaats in de zin, vóór de persoonsvorm: (OP)
VB: Iedereen (ow) / verlangt (pv) / naar het leuke weekend.

Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat > inversie (PO). VB: Naar het het leuke weekend / verlangt (pv) / iedereen (ow).

Slide 13 - Slide

De finale van Wie is de mol ga ik zeker kijken.
A
geen inversie
B
inversie

Slide 14 - Quiz

Met carnaval gaan alle Maastrichtenaren verkleed de straat op.
A
geen inversie
B
inversie

Slide 15 - Quiz

John wil morgen op vakantie.
A
geen inversie
B
inversie

Slide 16 - Quiz

Onjuiste inversie
Wanneer in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat, heet dat inversie. In nevengeschikte zinnen (en, of, maar, want, dus) is soms sprake van onjuiste inversie:
Zaterdagmiddag heb ik in Thialf naar de WK Sprint gekeken en (-) was ik         's avonds pas om 10 uur weer thuis. (APO + POA)

Op de plek van het streepje moet dan hetzelfde woord staan als het woord dat in deel 1 voor de persoonsvorm staat. 


Slide 17 - Slide

Onjuiste inversie
Zaterdagmiddag heb ik in Thialf naar de WK Sprint gekeken en (-) was ik         's avonds pas om 10 uur weer thuis. 

Zaterdagmiddag heb ik in Thialf naar de WK Sprint gekeken en 's avonds was  ik pas om 10 uur weer thuis. 
of 
Zaterdagmiddag heb ik in Thialf naar de WK Sprint gekeken en ik was pas      ’s avonds om 10 uur weer thuis.







Slide 18 - Slide