Wat heb je nodig? Pen, potlood geodriehoek, schrift, leerboek, telefoon.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4-3 Wetenschappelijke
notatie (blz. 130)
SPOORBOEKJE
5 min - Opfrissen vorige les
5 min - Lesdoel uitleggen
10 min - Uitleg: Grote getallen in de
wetenschappelijke notatie
5 min - Oefenopdracht
(20, 21, 25, 27, 28)
5 min - Wat heb je geleerd?
Zelfstandig werken
O – 22, 023, 24, 026, 29
D – 22, 23, 24, 26, 29
U – 23, 26, 29, U5, U6
Wat heb je nodig? Pen, potlood geodriehoek, schrift, leerboek, telefoon.
Slide 1 - Slide
Wat is de groeifactor?
Slide 2 - Open question
Wat is de groeifactor?
Slide 3 - Open question
Wat is het % dat er bij komt als de factor is:
Slide 4 - Open question
Een Facebookpagina heeft 2500 likes. Het streven is om het komende jaar het aantal likes per maand 4% te laten stijgen. Welke factor hoort bij deze toename?
Slide 5 - Open question
Het gaat niet altijd over geld dus nu wordt de formule:
Begingetal x factor = Eindgetal
Kort: B x f t= E
tijd
Leer dit uit je hoofd!
Slide 6 - Slide
Bereken hoeveel likes na vier maanden worden verwacht. (2500 likes, 4% stijging per maand)
Slide 7 - Open question
Lesdoel
- Ik kan grote getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Wat is het ontbrekende cijfer?
Slide 17 - Open question
Wat is het ontbrekende cijfer?
Slide 18 - Open question
Voorbeeld door docent
Slide 19 - Slide
Voorbeeld door docent
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
ZELFSTANDIG WERKEN
Huiswerk:
Opg 20, 22 t/m 27 + 29
EXTRA:
klaar? verder met blz. 134
Huiswerk afspraken: Maken, nakijken en dan laten checken door de docent. Deze vragen MOET je kunnen doen.