Hf 4 - 4.3. Kan het sneller en beter? (deel 2)

4.3. Kan het sneller en beter?
blz. 106
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine
Laptop


1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4.3. Kan het sneller en beter?
blz. 106
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine
Laptop


Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Terugblik op 4.3. (deel 1)
  2. Uitleg en instructie 4.3. (deel 2)
  3. Quiz 
  4. Maakwerk voor vandaag
  5. Samenwerk opdracht
                                                         

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les weet/kan ik ...
  1. wat arbeidsproductiviteit is - en hoe het kan toenemen.
  2. een kapitaalafschrif van kapitaalgoed te berekenen.

Slide 3 - Slide

Hand omhoog als je het nog weet!
Wat is/zijn...?
  1. Technologische Ontwikkelingen
  2. Mechanisatie
  3. Automatisering

Slide 4 - Slide

Arbeidsproductiviteit

  • de hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken
  • hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten

Slide 5 - Slide

NU
OVER 10 JAAR
  • € 30.000
  • € 300
  • De bus is in 10 jaar tijd (30.000 - 300 =) € 29.700 minder waard geworden
  • Afschrijving per jaar = 
  • (aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
Afschrijving
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed

Slide 6 - Slide

Afschrijving per jaar =
(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren

Slide 7 - Slide

1

Slide 8 - Video

Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe ...?... de productiekosten
A
hoger
B
lager

Slide 9 - Quiz

Dit heet...
A
mecahnisatie
B
automatisering
C
ICT ontwikkeling
D
technologische vooruitgang

Slide 10 - Quiz

01:09
Door mechanisatie (gebruik van machines), zal de arbeidsproductiviteit
A
stijgen
B
dalen
C
gelijk blijven
D
geen van deze antwoorden

Slide 11 - Quiz

Maakwerk
Maak op Pincode 4.3. 
Opgaven 42 t/m 49

Maak Rekenopdrachten H4
opdracht 19 t/m 23



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Stel je voor:

  • met 4 leerlingen maak je (handmatig) 36 muffins om te verkopen. Hier doe je 1,5 uur over.
  • hoeveel muffins worden er per leerling, per uur gemaakt?
  • door een mixer te gebruiken kun je met dezelfde 4 leerlingen, 36 muffins maken. Je doet er nu nog maar 1 uur over.
  • hoeveel muffins worden er dan per leerling, per uur gemaakt?
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Kahootje!
https://create.kahoot.it/share/0cdb6994-ca6b-4406-8da6-d06ed286c382

Slide 14 - Slide