6.1 weerstandjes

weerstandjes ( deel 1)
blz. 108 in je tekstboek
Werkboek B
binas
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

weerstandjes ( deel 1)
blz. 108 in je tekstboek
Werkboek B
binas

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen?
  • de weerstand van een lampje
  • weerstand berekenen
  • draadweerstanden maken

Slide 2 - Slide

leerdoelen
  • Je kunt elektrische weerstand beschrijven.
  • Je kunt de grootte van een weerstand vaststellen met behulp van een kleurcode.
  • Je kunt een opstelling maken waarmee je de weerstand van een weerstandje meet.

Slide 3 - Slide

de weerstand van een lampje
weerstand = tegenstand/ verzet
geeft aan hoe moeilijk iets verloopt

wanneer de weerstand van een draad klein is, zal erg heel gemakkelijk elektriciteit door heen gaan
dit kan voor problemen zorgen

Slide 4 - Slide

de weerstand van een lampje
wanneer je de minpool met de pluspool van een batterij verbindt ontstaat er kortsluiting
het snoer en de batterij worden heet
de batterij zal ook snel leeg zijn

Slide 5 - Slide

de weerstand van een lampje
door een lampje aan te sluiten op de batterij ontstaat er een grotere weerstand
er zal geen kortsluiting optreden
stroom gaat moeilijker door een lampje dan door een koperdraadje
dat komt omdat de draden in het lampje een stuk dunner zijn

Slide 6 - Slide

de weerstand groter maken
een 6V lampje kun je niet aansluiten op een spanningsbron die bijvoorbeeld 9V geeft.
de stroomsterkte wordt te groot en het lampje brandt door

wil je dit toch doen?
Dan moet je een weerstandje tussen de batterij en het lampje plaatsen
deze schakel je in serie met het lampje
Hoe groter de weerstand, hoe kleiner de stroomsterkte

Slide 7 - Slide

weerstanden

Slide 8 - Slide

kleurcode weerstanden
binas tabel 13

Slide 9 - Slide

kleurcode weerstand
kleuren bekijken van links naar rechts
ABDT ( want 4 ringen)
A = groen = 5
B = blauw = 6
D = bruin = 1 nul
T = goud = +- 5%

weerstand = 560 +- 5%

Slide 10 - Slide

gebruik je binas ( tabel13)
Wat is de grootte van deze weerstand:

Slide 11 - Open question

weerstand berekenen
om te kunnen controleren of de weerstand klopt moet je de spanning en de stroomsterkte weten
dit kun je meten met de volgende opstelling

symbolen en de betekenis
kun je vinden in binastabel 14

Slide 12 - Slide

stroommeter aflezen





meetbereik staat op 0,5 A
je kijkt dan dus naar de middelste rij cijfers
je kunt nu aflezen 0,3A

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

spanningsmeter aflezen




bereik staat ingesteld op 15 V
je kijkt dan naar de middelste rij getallen
ongeveer 12,75V

Slide 15 - Slide

Hoeveel geeft de stroommeter aan?

Slide 16 - Open question

huiswerk
lezen paragraaf 6.1 ( we hebben nog niet alles behandeld)
maken opdrachten in je werkboek:
1 t/m 7

Slide 17 - Slide