This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Welkom
Management Examentraining
Slide 1 - Slide
Doel van vandaag
Je gaat stof herhalen van het boek Leidinggeven en Personeelsmanagement.
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Slide
Op welk managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
Slide 4 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij elke medewerker slechts één chef kent?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 5 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 6 - Quiz
Een vestigingsmanager ziet dat een medewerker al voor de tweede keer te laat komt op zijn werk. Ook medewerkers die roken komen te laat terug van pauze. Het valt de vestigingsmanager op dat dit iedere dag gebeurt. De filiaalmanager wil ervoor zorgen dat de discipline wordt verhoogd. Welke leiderschapsstijl is hiervoor geschikt?
A
directieve leiderschapsstijl
B
laisser-faire
C
consultatieve leiderschapsstijl
D
democratische leiderschapsstijl
Slide 7 - Quiz
Van welk leiderschapsstijl is sprake als de volgende kenmerken terugkomen? *Beslissen zonder invloed van medewerkers *Eenzijdig bepalen wat er gebeuren moet
A
autocratisch leiderschapsstijl
B
consultatieve leiderschapsstijl
C
democratische leiderschapsstijl
D
laisser faire
Slide 8 - Quiz
Bij welke leiderschapsstijl van Hersey en Blanchard past het coachgesprek?
A
instrueren
B
overtuigen
C
overleggen
D
delegeren
Slide 9 - Quiz
Een vestigingsmanager wordt aangestuurd door de verkoopdirecteur. Deze directeur laat de filiaalmanager vrij in het aansturen van zijn team. Hij grijpt alleen in bij negatieve resultaten. Hoe heet deze manier van management dat door de regiomanager wordt uitgevoerd?
A
Management by delegating
B
Management by exception
C
Management by walking around
D
Management by objectives
Slide 10 - Quiz
Bij welk managementtechniek denken medewerkers mee aan het vaststellen van haalbare doelstellingen voor zichzelf?
A
Management by delegating
B
Management by exeption
C
Management by walking around
D
Management by objectives
Slide 11 - Quiz
Bij welke onderhandelingsstijl is de kwestie als de relatie belangrijk?
A
ontlopen
B
samenwerken
C
vechten
D
onderhandelen
Slide 12 - Quiz
Bij welke onderhandelingsstijl is de kwestie belangrijk en de relatie ondergeschikt?
A
ontlopen
B
samenwerken
C
vechten
D
onderhandelen
Slide 13 - Quiz
Medewerkers worden betrokken bij het beleid. Medewerkers adviseren de leidinggevende voordat de leidinggevende een besluit neemt. Hiermee wil hij de behoefte van de medewerker voorzien. In welke behoefte volgens Maslow worden voorzien?
A
zelfontplooiing
B
erkenning en waardering
C
sociale acceptatie
D
veiligheid en zekerheid
Slide 14 - Quiz
Wanneer een commercieel medewerker tijdelijk aan het werk gaat als supply chainmanager moet hij dan worden ingeschaald in een hogere schaal?
A
ja, hij krijgt een andere functie
B
nee, je mag wel een toeslag geven
Slide 15 - Quiz
Geef drie voorbeelden van externe werving
Slide 16 - Open question
Wat geeft een functiewaarderingssysteem weer?
A
Het beoordelen van de medewerker bij de uitvoer van zijn functie
B
Het bepalen van een salaris dat bij de functie past
C
Het vinden van de juiste persoon voor de functie
Slide 17 - Quiz
Stel, een medewerker heeft een lager niveau dan de opleiding. Wat zet je in om hem alsnog aan te nemen?
A
referenties
B
proeftijd
C
capaciteitentest
D
medische keuring
Slide 18 - Quiz
Een arbeidsovereenkomst kan van rechtswege eindigen. Welke situatie is hiervan een voorbeeld?
A
Een logistiek manager besluit om een tijdelijk contract van een van zijn logistiek medewerkers niet te verlengen
B
Een logistiek manager ontslaat een logistiek medewerker op staande voet omdat hij
waardevolle spullen heeft gestolen
C
Een logistiek medewerker heeft een andere baan gevonden en beëindigt zijn overeenkomst
Slide 19 - Quiz
Een salesmanager neemt een medewerker binnendienst aan. Deze medewerker binnendienst krijgt een arbeidsovereenkomst voor een jaar. Ook wordt er een proeftijd afgesproken. Hoe lang mag deze proeftijd maximaal duren?
A
een maand
B
twee maanden
C
drie maanden
Slide 20 - Quiz
Als de werkgever die medewerker ontslaat vanwege bedrijfseconomische redenen dan gaat dit via
A
het uwv
B
de kantonrechter
Slide 21 - Quiz
Een zwangere medewerkster heeft een tijdelijk contract van 6 maanden. Mag het contract op de datum worden beëindigd?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Noem drie onderdelen die worden geregeld in een cao
Slide 23 - Open question
Een groothandel huurt in de kerstperiode een student in voor 2 maanden. Deze student krijgt een oproepcontract voor minimaal 8 uur per week. Is er sprake van een dienstverband bij deze groothandel?
A
nee, een oproepcontract gaat via het uitzendbureau
B
ja, een oproepcontract is een vorm van arbeidsovereenkomst bij een bedrijf
Slide 24 - Quiz
Een bedrijf zet in drukke tijden uitzendkrachten in. Heeft de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst met dit bedrijf?
A
ja, hij krijgt loon van het bedrijf en heeft dus een arbeidsovereenkomst
B
nee, deze is in dienst van het uitzendbureau
Slide 25 - Quiz
Welke wet hanteer je als medewerker ziek is?
A
Arbowet
B
Ziektewet
C
Wet verbetering Poortwachter
Slide 26 - Quiz
Geef je in een functioneringsgesprek ook een beoordeling?
A
Ja, het functioneringsgesprek kan naar eigen inzicht worden ingevuld
B
Ja, met het functioneringsgesprek wordt de lopende periode afgesloten
C
Nee, het functioneringsgesprek is niet bedoeld voor het beoordelen.
Slide 27 - Quiz
Wat bedoelen we met het halo-effect?
A
Als één positief element overheerst in een personeelsgesprek.
B
Als één negatief element overheerst in een personeelsgesprek.
Slide 28 - Quiz
Geef een andere naam voor het POP-gesprek
A
functioneringsgesprek
B
disciplinair gesprek
C
loopbaangesprek
D
beoordelingsgesprek
Slide 29 - Quiz
Bij welke fase van personeelsbeleid hoort promotie?