This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Als we aan criminaliteit denken, waar denk je dan aan? En wat zou een oplossing kunnen zijn?
Slide 3 - Open question
Hoeveel straffen worden er jaarlijks door rechters opgelegd denk je?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Je bent een verdachte als: .....
Slide 8 - Open question
Mogen politieagenten zomaar iedereen fouilleren?
A
Ja, dat mag sowieso.
B
Nee, ze mogen alleen fouilleren als ze vermoeden dat iemand een misdrijf heeft begaan.
Slide 9 - Quiz
Vraag 9 in je werkboek: Welke volgorde?
Slide 10 - Open question
Welk woord hoort in dit rijtje niet thuis? Fouilleren - huiszoeking - arresteren - vervolgen
Slide 11 - Open question
Welk woord hoort in dit rijtje niet thuis? Strafbeschikking - vervolgen - seponeren - Halt-straf
Slide 12 - Open question
Bij een voetbalwedstrijd gooit een groep van 20 supporters stenen naar de politie. De politie weet één van hen te arresteren.
A
Seponeren
B
Schikken
C
Vervolgen
Slide 13 - Quiz
Eric (15) hackte de schoolsite en gaf alle leerlingen een dag vrij. Hij zag het als een grap, maar 3 maanden later staat de politie voor de deur.
A
Seponeren
B
Schikken
C
Vervolgen
Slide 14 - Quiz
Alexia (17) heeft allerlei nepaccounts op sites voor tweedehands kleding. Ze laat de koper geld oevrmaken, maar stuurt niks op. Na 3 maanden heeft de politie genoeg bewijs en arresteert haar.
A
Seponeren
B
Schikken
C
Vervolgen
Slide 15 - Quiz
Waarom zijn een advocaat en een OvJ het bijna nooit met elkaar eens?
Slide 16 - Open question
Waarom legt OvJ en niet de rechter uit dat de verdachte schuldig is en een straf verdient?
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Hoe kan criminaliteit het beste worden opgelost? Repressief of preventief? Leg je mening uit!