4.1

Hoofdstuk 6 
Lineaire formules
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 
Lineaire formules

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt de stof van het vorige hoofdstuk herhaald.
  • Je kent het begrip toename in een tabel en je weet dat bij eenzelfde toename de grafiek een lineaire grafiek is.
  • Je weet wat een lineaire formule is.
  • Je kunt onderzoeken of een formule een lineaire formule is.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Theorie
Eventueel terugblik
Zelf werken
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Uitleg toename en lineaire grafiek

Slide 4 - Slide

Bij welke tabel hoort een lineaire grafiek of een lineair verband?

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van lineaire formules en hun grafieken.

Slide 6 - Slide

1. Maak een tabel bij de formule. Gebruik in de bovenste rij de opeenvolgende hele getallen.
2. SChrijf de toenames op van de getallen in de onderste rijd van de tabel. 
3. Kijk naar de toenames. Als in de onderste rij de toename steeds hetzelfde is, dan is de formule een lineaire formule. 
Hoe onderzoek je of een formule een lineaire formule is?
1. Maak een tabel bij de formule. Gebruik in de bovenste rij opeenvolgende hele getallen. 

2. Schrijf de toenames op van de getallen in de onderste rij van de tabel. 

3. Kijk naar de toenames. Als in de onderste rij de toename steeds hetzelfde is, dan is de formule een lineaire formule. 

Slide 7 - Slide

Hoe onderzoek je of een formule een lineaire formule is?

Slide 8 - Slide

Is de formule lineair?

Slide 9 - Slide

Terugblik
W
Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 10 - Slide

Terugblik
Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 11 - Slide

Driehoek DEF is een vergroting van driehoek ABC. 
Wat is de factor?
De lengte van DE is ....... mm.
De lengte van EF is ......... mm. 
Terugblik

Slide 12 - Slide

Terugblik

Slide 13 - Slide

Terugblik

Slide 14 - Slide

EF = .... cm
BC = .... cm
Terugblik

Slide 15 - Slide

Zelf werken

Slide 16 - Slide

Vorige opdrachten Hoofdstuk 5

Slide 17 - Slide