H6: Het Parlement KB

Weet je nog?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Weet je nog?

Slide 1 - Slide

Het staatshoofd overlegt regelmatig met de minister-president. Deze gesprekken zijn geheim.
Hoe wordt dit genoemd?
A
Het geheim van het kasteel
B
Het geheim van Noordeinde
C
Het regeerakkoord
D
ministeriële verantwoordelijkheid

Slide 2 - Quiz

Wat zit er NIET in het
Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De rijksbegroting
C
De Miljoenennota
D

Slide 3 - Quiz

Een republiek is
A
Een land met een koningin
B
Een land met een koning
C
Een land met een president
D
Een land met een minister-president

Slide 4 - Quiz

H6 Het parlement 
Na deze lessen kun jij...
... vertellen wie er in het parlement zitten.
... vertellen welke taken het parlement heeft.
... vertellen hoe een nieuwe wet gemaakt wordt.

Slide 5 - Slide

Het Parlement
Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer (75 zetels) en Tweede Kamer (150 zetels). 
De mensen in het parlement noemen we volksvertegenwoordigers
= personen gekozen door de bevolking van een land, die over wetten stemmen
Als je in de Tweede Kamer of Eerste Kamer zit, wordt je Kamerlid genoemd.  Ieder Kamerlid heeft een eigen specialisme (milieu, onderwijs en financiën). 
Andere woorden voor het parlement zijn volksvertegenwoordiging en Staten-Generaal.

Partijen in de Kamer noemen we fracties: een groep volksvertegenwoordigers van dezelfde politieke partij. Een fractie wordt geleid door een fractievoorzitter: de belangrijkste woordvoerder/leider van de fractie.


Slide 6 - Slide

Eerste Kamer
75 leden
Deze 75 leden worden indirect gekozen. Dat betekent dat het volk niet zelf kiest wie er in de EK komt. Het volk kiest de Provinciale Staten (H7) en zij kiezen dan weer de leden van de EK.
Tweede Kamer
150 leden
Deze 150 leden worden direct door het volk gekozen bij de Tweede Kamerverkiezingen (in maart 2021)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Taken van het parlement
De belangrijkste taken van een Kamerlid zijn:
- (mede)wetgevende taak: het parlement stemt op wetsvoorstellen. 
- controlerende taak: het parlement controleert of het kabinet hun werk goed doet.





kabinet
ministers en staatssecretarissen

Slide 9 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
1 Er is een maatschappelijk probleem.
2 Een minister of een Tweede Kamerlid maakt een wetvoorstel om het maatschappelijk probleem op te lossen. 
3 De Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel.
4 Tweede Kamerleden kunnen het wetsvoorstel eventueel wijzigen.
De Tweede Kamer stemt  over de wijzigingen en over het definitieve wetsvoorstel.
De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel.
De Koning en de verantwoordelijke minister ondertekenen het wetsvoorstel.
De wet wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Slide 10 - Slide

Deze les
Wat weten we nog van de vorige les?
Na deze les kun jij...
... vertellen welke plichten het kabinet heeft
... vertellen wat een motie van wantrouwen is


Slide 11 - Slide

Het parlement bestaat uit
A
ministers en staatssecretarissen
B
ministers en koning
C
Tweede Kamer
D
Eerste en Tweede Kamer

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer?
A
120
B
100
C
150
D
175

Slide 13 - Quiz

Hoeveel zetels moet je minstens hebben voor een meerderheid in de Tweede Kamer?
A
38
B
75
C
76
D
150

Slide 14 - Quiz

Hoeveel zetels moet je minstens hebben voor een meerderheid in de Eerste Kamer?
A
38
B
75
C
76
D
150

Slide 15 - Quiz

Wetten goed- of afkeuren
Wetsvoorstellen komen meestal van het kabinet en worden door de Tweede Kamer gewijzigd, verworpen of aangenomen. De Eerste Kamer kan wetsvoorstellen alleen goed- of afkeuren. Het kabinet kan niet regeren zonder steun van de meerderheid in het parlement.

Slide 16 - Slide

verantwoordingsplicht
De ministers en staatssecretarissen kunnen ter verantwoording worden geroepen door het parlement. Zij hebben verantwoordingsplicht. Deze ministeriële verantwoordelijkheid betekent dat ministers en staatssecretarissen en niet de koning of ambtenaren in het parlement verschijnen om informatie te geven en het beleid te verdedigen.
Het kabinet heeft een informatieplicht aan het parlement. 

Slide 17 - Slide

Motie van wantrouwen
Het parlement heeft het laatste woord (is dus de baas): niet alleen bij het wel of niet aannemen van wetsvoorstellen, maar ook doordat het parlement het vertrouwen in een minister of staatssecretaris (of zelfs het hele kabinet) kan opzeggen. Het parlement dient dan een motie van wantrouwen in. Als een heel kabinet aftreed omdat er geen vertrouwen meer in het kabinet is, spreken we van een kabinetscrisis.

Slide 18 - Slide

filmpje
In de volgende slide staat een (interactief) filmpje over de Tweede Kamer. Klik op het scherm en dan kom je in een scherm waarin je een keuze moet maken: start videotour of vrij verkennen. Ik zou eerst op start videotour klikken :)
Daarna kun je op vrij verkennen klikken voor meer informatie.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Aan de slag!
We maken samen vraag 11 van H7 (basis) en vraag 17 van H6 (kader)
Zelf maken:
B: 6 en 7
K: 16
En je gaat naar LessonUp en je maakt de vragen die bij H6 (K) en H7 (B) horen.

Slide 21 - Slide

Wat is GEEN taak van het parlement?
A
(Mede)wetgevende taak
B
Uitvoerende taak
C
Controlerende taak

Slide 22 - Quiz

Uit hoeveel leden bestaat de Staten-Generaal?
A
75
B
150
C
225
D
250

Slide 23 - Quiz

Groep van 150, door het volk gekozen, mensen. Ze controleren de regering en keuren wetten goed of af. 
De dag waarop mensen mogen stemmen. 
Plaats in de Eerste of Tweede Kamer
Zetel
Verkiezingen
Tweede Kamer

Slide 24 - Drag question

wetsvoorstel
Tweede Kamer debateert en stemt
Eerste Kamer debateert en stemt
Koning ondertekent de wet
wet staat in het Staatsblad

Slide 25 - Drag question

waar
niet waar
De Tweede Kamer mag de minister advies geven.
De Tweede Kamer controleert de ministers.
De Tweede Kamer voert de wetten uit.
De minister hoeft de Tweede Kamer niet op de hoogte te houden.
De Tweede Kamer maakt wetten.
Als de minister zijn werk niet goed doet, mag hij worden weggestuurd door de Tweede Kamer.

Slide 26 - Drag question

Eerste Kamer 

Tweede Kamer

Direct gekozen door de bevolking.
Indirect gekozen door de Provinciale Staten.
Kijken of er fouten staan in de wet en erover stemmen. 
Wetten bedenken, veranderen en stemmen. 

Slide 27 - Drag question