H3 - spelling h4 - werkwoorden 1 - week 8

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, di, wo, vrij

- Spelling H 4, 5 en 6 - werkwoorden

Toets Spelling H(1, 2, 3) 4, 5 en 6 op 17 maart

Lesdoel: 

- Je weet wanneer je een -d, -dt of -t gebruikt. 

- Je kunt verschillende werkwoorden op de juiste manier in een zin gebruiken. 

Vandaag in de les:

Verschillende vormen van het werkwoord:

- persoonsvorm (pvtt/ pvvt)

- Voltooid deelwoord (t 'exkofschip)

- Infinitief (hele werkwoord)

- Tegenwoordig deelwoord (hele ww +D- ik ging lopend naar school)

- ww als afgeleide van bijv. nw - het bestede geld (zo kort  mogelijk, regels van bijv. nw)

Spelling werkwoorden H4

Verschillende vormen van het werkwoord:

- persoonsvorm (pvtt/ pvvt)

pvtt                              lopen:                  verhuizen

Ik stam                           loop                       verhuis

hij stam=t                      loopt                      verhuist

Wij hele werkwoord   lopen                     verhuizen

Spelling werkwoorden H4

Verschillende vormen van het werkwoord:

- persoonsvorm (pvtt/ pvvt)

pvvt                              lopen:                  verhuizen

Ik stam+  de/te             liep                        verhuisde

hij stam + de/te            liep                        verhuisde

Wij stam+den/ten       liepen                   verhuisden

Spelling werkwoorden H4

Verschillende vormen van het werkwoord:

- Voltooid deelwoord (t 'exkofschip)

Ik heb gelopen (sterk eindigt op-en)

Ik ben verhuisd (zwak laatste letter stam in t 'exkofschip =t, anders d)

Spelling werkwoorden H4

Verschillende vormen van het werkwoord:

- Infinitief (hele werkwoord)

Wij zouden voetballen

Ik wil graag verhuizen

Jij moest toch slagen?

Spelling werkwoorden H4

Verschillende vormen van het werkwoord:

- Tegenwoordig deelwoord (hele ww +D)

- ik ging lopend naar school

- lachend kwamen de meiden de school binnen

- aarzelend duwde hij de deur open

Spelling werkwoorden H4

- ww als afgeleide van bijv. nw - het bestede geld (zo kort  mogelijk, regels van bijv. nw)

Het geld is besteed - het bestede geld

De kleuter is verdwaald - de verdwaalde kleuter

De leerling is lopend op school - de lopende jongen

Spelling werkwoorden H4

Wat:  4.3 - opdracht 1 t/m 5

Wanneer: twee lessen (nu les 1)

Hoe: werk netjes. Kijk bij elk woord waar het in de zin staat, over wie/wat het gaat en in welke tijd de zin staat.

Kijk na als je klaar bent.  

Je kunt alvast verder werken met 5.3 (opdracht 1 t/m 4)

Aan de slag