Les 2 Poëzie in muziek H6.9

1.9 Gedicht
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.9 Gedicht

Slide 1 - Slide

Van welke artiest ben jij fan?

Slide 2 - Open question

Lesdoelen deze les
- Aan het einde van de les weet je wat een liedtekst is en wat de opbouw van de meeste liedteksten is.
- Aan het einde van de les weet je wat een couplet is. 
- Aan het einde van de les weet je wat een refrein is. 
- Aan het einde van de les heb je kennis gemaakt met het lied ‘Zwart-wit’. Je hebt de tekst van dit lied bestudeerd en hier een klassengesprek over gevoerd.  

Slide 3 - Slide

Instructie liedtekst
Een liedtekst lijkt vaak op een gedicht: de tekst is ingedeeld in strofen en daartussen witregels.Een strofe in een liedtekst heet een couplet.

Veel liedjes hebben een refrein: zinnen die na elk couplet worden herhaald.

In de meeste liedteksten komt eindrijm voor. Dat zijn woorden met dezelfde klank aan het eind van de zin. Door de rijmwoorden kun je de tekst snel onthouden en het lied makkelijk meezingen.
 

Slide 4 - Slide

Reisgedicht
Als ik mijn ogen toedoe
ben ik in Honoloeloe

Slide 5 - Slide

Maak het reisgedicht af.
Als ik droom van een olifant,
ben ik in......

Slide 6 - Open question

Alsmaar in huis


Op school was voor haar
ontsnappen
ontspannen
voetbal voor hem
een redding
een kans
even buiten spel
even buiten schot
even buiten
even maar

op eieren nu
op je hoede
wat is vandaag fout
en wat dan het goede

Slide 7 - Slide

Waar gaat dit gedicht over?

Slide 8 - Open question

Waarom rijmen gedichten niet altijd?

Er zit vaak wel rijm in een gedicht, maar geen eindrijm.
Er zijn verschillende rijmsoorten.

Slide 9 - Slide

Rijm op het EIND (eindrijm)
Je hebt iemand nodig
stil en oprecht
Die als het erop aankomt
voor je bidt of voor je vecht
Eindrijm
Eindrijm

Slide 10 - Slide

Rijm in het midden (assonantie)

Klinkers die hetzelfde zijn: 
ZIET - RIEM

Slide 11 - Slide

Rijm aan het begin (alliteratie)
Medeklinkers die hetzelfde zijn 

WILLIE WORTEL

Slide 12 - Slide

Is een jongen die z'n trouw belooft nog wel van deze tijd?
Bestaat er nog zoiets als romantiek, of zijn we echte liefde kwijt?

De eerste week in de wolken, oh, 'k zie het altijd om me heen
De eerste maanden zo verliefd en dan is 'ie weg of gaat 'ie vreemd


(Maan - Zo kan het dus ook)

Slide 13 - Slide


En voel me slap als ik stap 
naar je kist ik stik van onbegrip 
En klap haast dicht als ik naar adem hap 

Angst schuld en woede worden aangekaart 
maar verdriet bedaart 
Je wordt door velen aangestaard 
in een staat opgebaard 










Brainpower - Je moest waarschijnlijk gaan
assonantie
eindrijm

Slide 14 - Slide

Rijmschema gedichten

Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:


  1. Lees het gedicht.
  2. Kijk welke zinnen met elkaar rijmen.
  3. Geef elke rijmende zin dezelfde letter, begin met a.





Slide 15 - Slide

Rijmschema
Een rijmschema geeft aan hoe een gedicht rijmt:

Het dier dat ik het leukste vind,
is een big, dat varkenskind.
Biggen zijn snugger, biggen zijn kien,
edel en deftig. Hoewel, je zult zien:
soms als uitzondering op de regel,
kom je een oliedom biggetje tegen.
Hoe  het gedicht rijmt, geef je aan met hoofdletters.

de eerste rijmklank krijgt de hoofdletter A

Het gedicht hiernaast krijgt het volgende schema:
A A B B C C

Slide 16 - Slide

rijmschema
AA BB CC DD --> gepaard rijm
AAAA --> slagrijm
ABBA --> omarmend rijm
ABAB --> gekruist rijm
rijmschema's herkennen in een gedicht op PTA

Slide 17 - Slide

Welk rijmschema kun je hier ontdekken?
Rood is al lang het rood niet meer
Het rood van rode rozen
De kleur van liefde van weleer
Lijkt door de haat gekozen
A
aabb
B
abab
C
abba
D
abcb

Slide 18 - Quiz

Welk rijmschema heeft het volgende gedicht?

Slide 19 - Slide

Annie M.G.Schmidt
Kom, zeiden vanmorgen de eendjes ontroerd,
dat jongetje heeft ons zo dikwijls gevoerd,
we doen het nu anders, we draaien het om.
Nu gaan we het jongetje voeren. Kom!

1e strofe uit De Eendjes van Annie M.G. Schmidt
.


toen hij daar op straat twintig eendjes zag staan.
Dag, jongetje, zeiden ze, ga maar naar binnen.
We komen je voeren; we gaan zo beginnen.

Toen moest hij gaan zitten. Hij kreeg een servet.
Ze sneden het brood en ze smeerden het vet.
Ze gaven hem stukjes van ’t brood om de beurt,
met sjem (appel-bessen) en muisjes (gekleurd).

Hè, zeiden de eendjes, wat leuk is dat nou,
je hebt ons gevoerd, nu voeren we jou.
Zo, zeiden de eendjes, nou heb je genoeg.
Kom jij eens ’n keer weer bij ons, ’s morgens vroeg?

1957

Slide 20 - Slide

Rijmschema
A
aabb
B
abab
C
abba
D
baba

Slide 21 - Quiz