gesprekstechnieken

Gesprekstechnieken
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Gesprekstechnieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

de kracht van woorden 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

gesprekstechnieken

Slide 4 - Mind map

wat als je geen gesprekstechnieken toe kunt passen?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Welke gesprekstechnieken ben je tegengekomen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Het gesprek
Beginfase
  • verwachtingen en doelen uitspreken 
  • Creëer een goede sfeer
  • Aangeven van de structuur
  • stem en taalniveau afstemmen
Middenfase
  •  Gebruik gesprekstechnieken
  •  Wat wil patiënt/voorlichting/advies
Eindfase
  •  Afronding
  • samenvatting

Slide 9 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
 Luisteren Samenvatten Doorvragen 
 Een gesprek samenvatten
     - Wees kort en volledig
     - Zeg het in je eigen woorden
     - Geef geen oordelen
Functies
  • Het is een controle voor jezelf, om na te gaan of je de ander werkelijk goed begrepen hebt.
  • Je moet goed luisteren, omdat je anders niet kunt weergeven wat al is gezegd.
  • Je brengt een ordening aan in het verhaal: dit is de hoofdzaak van wat je verteld hebt en dit zijn de bijzaken.
  • Het geeft de gesprekspartner de gelegenheid om terug te horen wat hij wel of nog niet verteld heeft. 

Slide 10 - Slide

Niet exact hetzelfde zeggen -> papegaai

Dwingt je om goed te luisteren
Controle voor jezelf
Brengt orde aan
Kan tot nieuwe inzichten leiden

Gesprekstechnieken: 4 principes


1. Wees empathisch: het gaat om daadwerkelijk inleven in de cliënt en niet doen alsof. 
2. Ontwikkelen van discrepantie: richt je op het verschil (vanuit het perspectief van de cliënt) tussen het huidige en toekomstige gedrag. ‘Hoe ben of doe ik nu en hoe wil ik doen of zijn?’
3. Meeveren met weerstand: vermijd discussie of argumentatie. Veer mee met de weerstand en zie dit als een kans.
4. Ondersteunen van eigen effectiviteit: het gaat er hierbij om dat je het geloof in eigen kunnen ondersteunt en versterkt. Eigen effectiviteit is een directe voorspeller van gedragsverandering.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering
Open vragen stellen.
Reflectief luisteren.
Bevestigen.
Samenvatten.
-> Uitlokken van verandertaal.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren: STARR 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions