This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Welkom
Management -> Examentraining
Slide 1 - Slide
Doel van vandaag
Je gaat stof herhalen van het boek leidinggeven van H1 en leiderschapsstijlen van H2.
Slide 2 - Slide
Beantwoord onderstaande 5 vragen in je schrift?
Welke 3 beslissingsniveaus zijn er? En wat is de andere naam hiervan?
Wat is span of control?
Wat is scope of control?
Welke 4 organisatieculturen zijn er en beschrijf deze kort?
Welke 4 organisatiestructuren zijn er en beschrijf deze kort?
Slide 3 - Slide
Een logistiek manager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem per direct door een interim manager. Wat voor beslissing is dit?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
Slide 4 - Quiz
Op welk managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
Slide 5 - Quiz
Wat is middenmanagement in een organisatie
A
geeft leiding aan directie en de uitvoerdende medewerkers geven leiding aan middenmanagement
B
heeft een uitvoerende functie tov management en leidinggevende functie richting uitvoerende medewerkers
C
geeft leiding aan directie en uitvoerende medewerkers
Slide 6 - Quiz
Een producent van make up krijgt de vraag om naast het standaardassortiment ook natuurlijke make up te produceren. Op welk managementniveau moet hierover worden beslist?
A
Operationeel, want daar wordt bepaald wat er wordt verkocht.
B
Tactisch, want daar wordt bepaald hoeveel afnemers organisatie kan bedienen
C
Strategisch, want daar wordt bepaald of er een andere markt kan worden benaderd.
Slide 7 - Quiz
Als de spanwijdte groter is dan scope of control dan kan de manager ziek worden?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij elke medewerker slechts één chef kent?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 9 - Quiz
Medewerkers worden betrokken bij besluitvorming in een organisatie. Medewerkers krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen en de onderlinge relatie is belangrijk. Van welke organisatiecultuur is hier sprake en leg je antwoord?
A
machtscultuur
B
personencultuur
C
taakcultuur
D
geen van allen
Slide 10 - Quiz
De cultuur van een organisatie bepalen de stijl van leidinggeven. De cultuur kan machtsgericht, taakgericht, persoonsgericht of mensgericht zijn. Wat houdt mensgericht in? De leidinggevende geeft aandacht aan
A
De medewerkers en aan de manier waarop zij samenwerken
B
Het werkproces en aan de manier waarop de klanten worden benaderd
C
Het werkproces en aan het verkoopproces
Slide 11 - Quiz
Een nieuwe medewerker krijgt uitleg van zijn leidinggevende over hoe hij zijn taak uitvoert. Wat doet de leidinggevende?
A
Coordineren
B
Delegeren
C
Begeleiden
D
Instrueren
Slide 12 - Quiz
Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leidinggeeft is?
A
Span of control
B
Scope of control
C
Depth of control
Slide 13 - Quiz
Welke 4 organisatieculturen zijn er?
Slide 14 - Open question
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Autocratisch leiderschap
Leiderschap waarbij de leider het alleen voor het zeggen heeft. Medewerkers zijn ondergeschikt.
Zorgt voor: snel en efficient behalen van resultaat
Slide 17 - Slide
Autocratisch leiderschap
Autoritair: vorm van autocratisch leiderschap waarbij de leider gehoorzaamheid afdwingt.
Slide 18 - Slide
Autocratisch leiderschap
Directief: vorm van autocratisch leiderschap waarbij het uitvoeren van taken en persoonlijk succes van de manager vooropstaan.
Slide 19 - Slide
Consulterend leiderschap
Leiderschap waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers maar uiteindelijk zelf beslist.
Zorgt voor: tijdsbesparing voor leidinggevende en de capaciteiten van medewerkers komen beter tot uiting.
Slide 20 - Slide
Democratisch leiderschap
Leiderschapsstijl waarbij de leidinggevende de mening van de meerderheid volgt.
Zorgt ervoor dat:
Zich gestimuleerd voelen in hun creativiteit;
Zich verantwoordelijk voelen voor het resultaat van het team;
Betrokken zijn bij de organisatie;
Zich gemotiveerd voelen.
Slide 21 - Slide
Laisser-faire
Leiderschap waarbij de leidinggevende (bijna) alles aan de medewerkers overlaat.
Zorgt voor: eigen verantwoordelijkheid
Slide 22 - Slide
Bij een klein bedrijf bepaalt de directrice alles. De medewerkers zijn lovend over haar. Wat voor cultuur is dit?
A
mensgerichte cultuur
B
taakcultuur
C
personencultuur
D
machtscultuur
Slide 23 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 24 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 25 - Quiz
Management by - techniek is
een manier waarop je als leidinggevende richting kunt geven aan inspanning van mensen en middelen zodat de vastgestelde doelen behaald kunnen worden.
Binnen je leiderschapsstijl kies je een instrument die je gebruikt.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Van welk leiderschapsstijl is sprake als de volgende kenmerken terugkomen? *Beslissen zonder invloed van medewerkers *Eenzijdig bepalen wat er gebeuren moet
Slide 34 - Open question
9. Van welke leiderschapsstijl is sprake als deze voldoet aan de volgende kenmerken? Van welke leiderschapsstijl is sprake als deze voldoet aan de volgende kenmerken? *advies vragen aan medewerkers *waardering van medewerkers *leidinggevende behoudt eigen verantwoordelijkheid bij nemen van beslissingen
Slide 35 - Open question
Een logistiek manager vindt het belangrijk dat logistieke medewerkers aangeven wat hun mening is. Voordat hij een besluit neemt, vraagt hij daarom eerst zijn mening.
Slide 36 - Open question
Goal
Je gaat stof herhalen van het boek leidinggeven van H1 en leiderschapsstijlen van H2.