Les 6 - Bevolkingskenmerken Noord en Zuid-Korea

Startklaar
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
Waar moet ik zitten?
Plattegrond
ZM2A                          ZM2B                          ZM2C

Slide 2 - Slide

5 min
Planning
Wat gaan we doen?
Programma

  • Voorkennis/actualiteit
  • Uilteg nieuwe stof
  • Aantekeningen maken
  • Opdrachten maken
  • Doelencheck 
  • Afsluiting


Regels
  • Als de docent aan het woord is, ben je stil.
  • Vinger opsteken als je wat wil vragen / zeggen.
  • Spullen niet in orde = nablijven en strafwerk


Slide 3 - Slide

1 min
Planning
Wat gaan we doen?
Wat heb je nodig tijdens AK. 

  • Leerboek en werkboek
  • Map met inhoud 
  • Pen 
  • Laptop


Planning 

Slide 4 - Slide

1 min
Terugblik
Terugblik
Toetsvragen: 


-

-

-

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

      Lesdoel
Leerlingen kunnen het verschil in landschap en landbouwmogelijkheden tussen Noord-Korea en Zuid-Korea beschrijven. 

Leerlingen kunnen de verschillen in regeringsvorm en economie tussen Noord-Korea en Zuid-Korea verklaren. 

Leerlingen kunnen de ontwikkelingsverschillen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea benoemen en verklaren.

Slide 6 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Slide 7 - Slide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Voorkennis
1. De leerlingen weten waar Noord en Zuid-Korea liggen.

2. De leerlingen weten wat een dictator is.

3. De leerlingen weten wat democratie is. 

Slide 8 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Landen vergelijken

Slide 9 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Leerdoel 1
Leerlingen kunnen het verschil in landschap en landbouwmogelijkheden tussen Noord-Korea en Zuid-Korea beschrijven. 

Slide 10 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Verschil in landschap en landbouwmogelijkheden
 
Zuid-Korea:

- Bergen en dalen, vooral in het zuiden.

- Warmer, vochtiger klimaat (geschikt voor rijstbouw).

- Moderne landbouwtechnieken en irrigatie.
Zelfvoorzienend in voedselproductie.

Slide 11 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Leerdoel 2
Leerdoel 2 - 
Leerlingen kunnen de verschillen in regeringsvorm en economie tussen Noord-Korea en Zuid-Korea verklaren. 

Slide 12 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Verschillen in 
regeringsvorm en economie
Noord-Korea:

- Communistische dictatuur (éénpartijstaat).

- Geleide economie (alles wordt centraal door de overheid gepland).

- Weinig buitenlandse handel, focus op militaire industrie.

- Lage productiviteit, veel armoede.

Slide 13 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Verschillen in 
regeringsvorm en economie
Zuid-Korea:

- Democratische republiek.

- Vrijemarkteconomie, exportgericht (elektronica, auto's, schepen).

- Snelle economische groei sinds de jaren ‘60 (Koreaans wonder).

- Hoog inkomen en welvaart.

Slide 14 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Leerdoel 3
Leerdoel 3 -
Leerlingen kunnen de ontwikkelingsverschillen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea benoemen en verklaren.

Slide 15 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Ontwikkelingsverschillen
 tussen Noord- en Zuid-Korea

Noord-Korea:

- Lage levensverwachting (slechte gezondheidszorg).

- Laag BNP per inwoner, veel armoede.

- Beperkte infrastructuur (weinig wegen, weinig elektriciteit).

- Slechte internationale relaties, beperkte handel en investeringen.

Slide 16 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Ontwikkelingsverschillen 
tussen Noord- en Zuid-Korea

Zuid-Korea:

- Hoge levensverwachting (goede gezondheidszorg en onderwijs).

- Hoog BNP per inwoner, moderne infrastructuur.
Technologisch geavanceerd (5G-netwerken, hightechindustrie).

- Goede internationale relaties, sterke handelspartners (VS, EU, China).

Slide 17 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Zelf aan de slag
Wat - Maak opdracht 1 t/m 9  op blz. 127 t/m 129
Hoe - in tweetallen 
Hoelang -  tot het einde van de les
Klaar? - Begrippen leren 
Hulp nodig - steek je vinger op docent loopt rond
Uitkomst - wordt de volgende les besproken

* Als de opdrachten niet minimaal tot opdracht 5 af zijn dan nablijven

timer
15:00

Slide 18 - Slide

hoogte
warmer
nat, droog
     Grote afsluiting
Leerlingen kunnen het verschil in landschap en landbouwmogelijkheden tussen Noord-Korea en Zuid-Korea beschrijven.


Leerlingen kunnen de verschillen in regeringsvorm en economie tussen Noord-Korea en Zuid-Korea verklaren.

Leerlingen kunnen de ontwikkelingsverschillen tussen Noord-Korea en Zuid-Korea benoemen en verklaren.

Slide 19 - Slide

Grote lesafsluiting (5 min)

De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.

Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.

Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback
retrieval practice
https://quizlet.com/join/A5xDxSXpV?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 20 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 21 - Link

This item has no instructions

 Vraag 1
(R) 1 punt

Slide 22 - Slide

Breedteligging: Invloed op zonnestraling en temperatuur, waardoor gebieden dichter bij de evenaar warmer zijn.<br>- Hoogteligging: Invloed op temperatuur, met lagere temperaturen op grotere hoogten.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Slide 23 - Slide

Aanlandige wind: Brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen.

Aflandige wind: Brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen.<br>Uitleg: Aan de westkust zorgen aanlandige winden voor meer neerslag en mildere temperaturen, terwijl aan de oostkust aflandige winden droger en extremer weer kunnen veroorzaken.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

Slide 24 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Vraag 4 
(T1) 3 punten

Slide 25 - Slide

barrière, loef, lij