Financiële Zelfredzaamheid Hoofdstuk 2

Financiële zelfredzaamheid
Consumptieve Kredieten
Hoofdstuk 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Financiële zelfredzaamheid
Consumptieve Kredieten
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Kun je de voor- en nadelen van sparen en lenen uitleggen
Kun je vormen en kenmerken van consumptief krediet noemen
Kun je voor- en nadelen van consumptief krediet noemen

Slide 2 - Slide

Sparen
Als je spaart geef je je geld niet direct uit, maar zet je het bijvoorbeeld op de bank


Je stelt je koopkracht dus uit

Slide 3 - Slide

Als je spaart...
Ontvang je rente
 
Rente is dus een beloning van de bank

Rente% afhankelijk van verschillende factoren

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Lenen
Alternatief voor sparen is lenen

Je betaalt rente en lost je lening af in termijnen

Wat zijn de risico's van lenen?

Slide 7 - Slide

Financieringskosten

Berekenen door rentepercentage per jaar x leningbedrag 

Dit is wat je betaalt om geld te lenen

Slide 8 - Slide

Leningen
  • Doorlopend krediet
  • Persoonlijke lening
  • Huurkoop
  • Koop op afbetaling

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bureau Kredietregistratie
  • Het BKR houdt bij wie welk(e) bedrag(en) heeft geleend
  • Zo kan een bank zien of je geregistreerde schulden hebt en of je altijd netjes je aflossing betaalde
  • Of basis hiervan kan een bank besluiten of ze je wel of niet een lening wil verstrekken

Slide 11 - Slide

Leningen
Nu volgen een aantal verschillende voorbeelden van consumptief krediet (leningen bestemd voor consumptieve doeleinden)

Deze kun je doornemen in je boek

Slide 12 - Slide

Doorlopend krediet

Een krediet waarbij de consument een maximumkrediet mag opnemen en dit in een bepaalde periode moet terugbetalen.

De lening hoeft niet in één keer te worden opgenomen en afgeloste bedragen mogen opnieuw worden opgenomen.

Slide 13 - Slide

Ook een creditcard biedt vaak de mogelijkheid van doorlopend krediet.

Slide 14 - Slide

Persoonlijke lening

De consument leent een bedrag voor een bepaald doel en neemt het hele bedrag ineens op.
Aflossingen mogen niet opnieuw worden opgenomen.

Slide 15 - Slide

Voor een auto wordt bijvoorbeeld weleens een persoonlijke lening afgesloten.

Slide 16 - Slide

Huurkoop
  • De koopprijs van een roerende zaak wordt in meerdere termijnen betaald.
  • De koper wordt pas na het betalen van de laatste termijn eigenaar.

Slide 17 - Slide

Koop op afbetaling
De koopprijs van een product wordt in meerdere termijnen betaald.
De koper wordt bij levering eigenaar van het goed.

Slide 18 - Slide

Duurzame consumptiegoederen
Allerlei artikelen waar de consument jaren plezier van kan hebben.

Slide 19 - Slide

Veel verschillende kredietmogelijkheden

Slide 20 - Slide

Leningen
  • Doorlopend krediet
  • Persoonlijke lening
  • Huurkoop
  • Koop op afbetaling

Slide 21 - Slide

Annuïteit
  • Een annuïteit is een periodiek gelijkblijvend bedrag. Dit bedrag bestaat uit een rentebestandsdeel en een aflossingsbestanddeel. Iedere maand betaal je dus hetzelfde bedrag.
  • Omdat je steeds aflost, wordt de schuld kleiner en betaal je minder rente. Hierdoor wordt het aflossingsbestanddeel steeds groter en het rentebestandsdeel kleiner.

Slide 22 - Slide

Operationele lease:
  • De verhuurder (lessor) is zowel juridisch als economisch eigenaar van het geleasede object.
  • Het risico van veroudering ligt bij de verhuurder.
  • De opzegtermijn is kort.
  • Het onderhoud komt voor rekening van de verhuurder
  • Het geleasede object staat op de balans van de verhuurder.

Slide 23 - Slide

Financial lease:
  • De huurder (lessee) is economisch eigenaar van het geleasede object.
  • Het risico van veroudering ligt bij de huurder.
  • De opzegtermijn is lang.
  • Het onderhoud komt voor rekening van de huurder
  • Het geleasede object staat op de balans van de huurder.

Slide 24 - Slide