Close reading SINTERKLAAS IN AMERIKA

1 / 52
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Het boek
Waarom steken we vuurwerk af?
Wie heeft dierendag verzonnen?
Hoe komt het dat ze in andere landen de kerstman hebben?
Het verrassende antwoord op deze en vele andere vragen , is nu te vinden in Op een dag…:  

Slide 2 - Slide

Doel na 3 lessen
  Ik kan de verschillen en overeenkomsten benoemen tussen Sinterklaas en de Kerstman.
Deze antwoorden vind ik in de tekst van het verhaal.



Slide 3 - Slide

Doel les 1
Ik weet waarom de titel
'Sinterklaas in Amerika' is.

Ik weet waarom 2 stukjes tekst schuingedrukt zijn.

Ik kan drie titels verzinnen voor het begin, midden en eind.

Slide 4 - Slide

Juf leest voor!
Gebruik dit symbool





Hier heb ik een vraag over .....
?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De groepjes
groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
Rami
Juanita
Lukasz
Tia
Fatima
Halil
Alexander
Nancy
Julia
Filip
Nadia
Emir (5)
Emir (6)
Weleson
Yosan

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

aan het werk

Maak vraag 1, 2 en 3.

timer
20:00

Slide 11 - Slide

Wat heb jij geleerd in deze les?

Slide 12 - Open question

Doel les  2

Na deze les weet ik....
wat de woorden betekenen die in het verhaal staan.

Na deze les kan ik....
vragen over de tekst beantwoorden.







Slide 13 - Slide

Juf leest voor!

Slide 14 - Slide

opduiken
tevoorschijn komen

Sint is nog niet weg of de Kerstman komt alweer tevoorschijn. Hij is zomaar opgedoken.

Slide 15 - Slide

stichten
bouwen

De Nederlanders stichten een stad en die noemen ze Nieuw Amsterdam.

Slide 16 - Slide

fluweel
zachte, glanzende geweven stof

Fluwelen stof voelt heel zacht. De mantel van Sint en de mantel van de Kerstman zijn van fluweel gemaakt.

Slide 17 - Slide

de mijter
hoofddeksel met twee opstaande punten

Bisschoppen en Sinterklaas dragen een mijter.

Slide 18 - Slide

de bisschop
hoofd van de rooms katholieke kerk in een bepaald gebied.

Sinterklaas was eigenlijk de bisschop van Myra. Myra ligt in Turkije.

Slide 19 - Slide

het rendier
een soort hert met een groot gewei

Rendieren houden van kou. Ze leven vooral in gebieden waar veel sneeuw ligt.

Slide 20 - Slide

de slee
voertuig waarmee je over ijs en sneeuw kunt glijden

De kerstman vliegt in zijn slee door de lucht. Dan wordt het een arrenslee genoemd.

Slide 21 - Slide

De Noordpool
noordelijkste deel van de aarde


De Amerikaanse kinderen geloven dat de kerstman op de Noordpool leeft. Hier ligt altijd sneeuw en is het koud.

Slide 22 - Slide

De poster
aanplakbiljet

Een poster werd vroeger gebruikt om reclame te maken. Dat deed Coca Cola dus met de kerstman en Cola.

Slide 23 - Slide

de pretogen
ogen die plezier uitdrukken


De kerstman heeft pretogen. Hij heeft heel veel plezier.

Slide 24 - Slide

De mantel
lange ruime jas
Vooral dames dragen vaak een lange jas, dat noem je een mantel. Sint draagt ook een mantel.

Slide 25 - Slide

wonderlijk
vreemd,
merkwaardig
Ook dieren kunnen dieren kunnen er vreemd uitzien. Dit is een wonderlijk dier.

Slide 26 - Slide

de schimmel
grijsachtig of wit paard
Amerigo, zo heet de schimmel van Sinterklaas.

Slide 27 - Slide

Deze draagt Sinterklaas. Dat noem je een ....
A
hoed
B
muts
C
mijter
D
alpino pet

Slide 28 - Quiz

Wat is een ander woord voor vreemd?
A
wonderlijk
B
fluweel
C
stichten
D
opduiken

Slide 29 - Quiz

Als iemand pretogen heeft wat drukken deze ogen dan uit?

Slide 30 - Open question


Deze jongens zitten op een ..... ?
A
fiets
B
slee
C
schuiver
D
flitser

Slide 31 - Quiz

de Noordpool is ......
A
het noordelijkste deel van de aarde
B
het koudste deel van de aarde
C
het zonnigste deel van de aarde
D
het grootste deel van de aarde

Slide 32 - Quiz

De kerstman woont op de                                         

Zijn slee wordt getrokken door een

Op zijn hoofd draagt hij geen

En ook draagt hij geen lange rode
mantel
rendier
de Noordpool
mijter

Slide 33 - Drag question

Een ander woord voor een aanplakbiljet is een ....

Slide 34 - Open question

Doel les  2
Na deze les kan ik....
vragen over de tekst beantwoorden.

Jullie mogen samenwerken met je buurman of buurvrouw.








timer
1:00

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?+++++++++++++++++++++++++++++++

Slide 43 - Open question

Doel les 3
Na deze les kan ik....
    de overeenkomsten
    en de verschillen
    tussen Sinterklaas en de Kerstman
    vinden in de tekst
    en in een schema zetten.


    Slide 44 - Slide

    Juf leest voor!
    Sinterklaas in Amerika.




    Luister goed en zet een streep onder de tekst als je een verschil of overeenkomst hoort.

    Slide 45 - Slide

    Slide 46 - Slide

    Slide 47 - Slide

    Juf doet het voor

    Slide 48 - Slide

    aan het werk

    Maak de 10 vragen van les drie les 3.


    timer
    20:00

    Slide 49 - Slide

    Slide 50 - Slide

    Slide 51 - Slide

    Slide 52 - Slide