What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Arbeid en energie
Arbeid
Arbeid en Energie
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Arbeid
Arbeid en Energie
Slide 1 - Slide
Arbeid
Als je met een kracht een voorwerp verplaatst,
verricht je arbeid. Daardoor verandert de energie van het voorwerp.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
-Je kent de natuurkundige betekenis van het begrip 'Arbeid'.
-Je kunt werken met de formule van arbeid.
-Je kent de 2 eenheden van Arbeid.
-Je weet het verschil tussen negatieve en positieve arbeid.
-Arbeid bepalen uit (F,s)-diagram
Slide 3 - Slide
Arbeid
Omdat die richting zo belangrijk is, is het ook een onderdeel van de formule voor arbeid. In formulevorm:
waarin:
= arbeid (J)
= kracht (N)
= afstand (m)
W
=
F
⋅
s
s
W
F
Slide 4 - Slide
Arbeid
W
=
F
⋅
s
=
5
0
⋅
5
=
2
5
0
J
Arbeid = kracht x afstand
W = F x s
[F] = N
[s] = m
[W] = Nm = J
Slide 5 - Slide
Arbeid berekenen
Slide 6 - Slide
Negatieve Arbeid
Tegenwerkende krachten leveren negatieve arbeid.
Wrijvingskracht werkt tegen de
bewegingsrichting in.
Hier zetten we een min-teken
voor
Negatieve arbeid wordt omgezet in
warmte
Slide 7 - Slide
Arbeid
Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.
Krachten die gebruikt worden om af te remmen leveren negatieve arbeid.
De wrijvingskracht levert (als hij er is) altijd negatieve arbeid. Want de wrijvingskracht is altijd tegen de beweging in.
Slide 8 - Slide
Verplaatsing omhoog
Bij fitness gebruik je arbeid.
Bij een grotere hoogte
h
, verricht je meer arbeid.
W
=
F
⋅
s
W
=
m
⋅
g
⋅
s
W
z
=
m
⋅
g
⋅
h
Slide 9 - Slide
Arbeid
Omdat die richting zo belangrijk is, is het ook een onderdeel van de formule voor arbeid. In formulevorm:
waarin:
= arbeid (J)
= kracht (N)
= afstand (m)
= hoek tussen kracht en
bewegingsrichting (°)
W
=
F
⋅
s
⋅
cos
(
θ
)
θ
s
W
F
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Om Arbeid te minimaliseren wil je:
A
De kracht en afstand maximaliseren
B
De kracht minimaal, de afstand maximaal
C
De kracht en afstand minimaliseren
D
De kracht maximaal, de afstand minimaal
Slide 12 - Quiz
Wanneer wordt er geen arbeid verricht
A
Als F en s tegengesteld zijn
B
Als F en s dezelfde richting hebben
C
F en s loodrecht op elkaar staan
D
In elke situatie wordt arbeid verricht.
Slide 13 - Quiz
Als iets arbeid verricht dan moet er
A
een afstand worden afgelegd
B
een kracht zijn
C
een kracht zijn en een afstand worden afgelegd
D
een sterke kerel zijn
Slide 14 - Quiz
Wanneer verricht je meer arbeid?
A
Een boek optillen op de maan
B
Een boek optillen op aarde
C
Er is geen verschil
Slide 15 - Quiz
Wanneer verricht je meer arbeid?
A
Een lege verhuisdoos op 1 m hoogte houden
B
Een volle verhuisdoos op 1 m hoogte houden
C
Er is geen verschil
Slide 16 - Quiz
Wat is de eenheid van arbeid?
A
Joule (J)
B
Newton (N)
C
Newtonmeter (Nm)
D
Newtonseconde (Ns)
Slide 17 - Quiz
Zet de arbeid van de zwaartekracht van klein
{meest negatief}
(1) naar groot (8).
1
2
3
4
5
6
7
8
Slide 18 - Drag question
arbeid uit een F,s diagram
hoe bepaal je de arbeid??
Let op dat F niet gelijk blijft
tijdens het uitoefenen.
Slide 19 - Slide
voorbeeld een uitgerekte veer
Wat is de arbeid die een veer met dit (F,s)-diagram verricht tussen 3 en 5 meter?
Oppervlaktemethode:
W
=
1
,
3
+
4
,
0
=
5
,
3
J
.
Slide 20 - Slide
Oppervlaktemethode
Denk nog eens terug aan de oppervlaktemethode van Hoofdstuk Beweging. Daarbij kon je
v
=
t
s
→
s
=
v
⋅
t
Slide 21 - Slide
Arbeid als de kracht niet constant is: oppervlakte onder
F,s
-diagram bepalen
Slide 22 - Slide
In welke situatie is de zwaarte energie het grootste?
A
plaatje a
B
plaatje b
C
plaatje c
D
plaatje d
Slide 23 - Quiz
De zwaarte energie wordt veroorzaakt door:
A
De hoogte
B
De zwaartekracht op aarde
C
De massa van het voorwerp
D
Alle drie de factoren hebben invloed op de zwaarte energie
Slide 24 - Quiz
De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
E = 1/2 x m x v^2
D
Ez = m x g x h
Slide 25 - Quiz
De formule voor kinetische energie is
A
m g h
B
½ m v²
C
½ C u²
D
F s
Slide 26 - Quiz
De kinetische energie van een voorwerp is...
A
recht evenredig met de snelheid
B
omgekeerd evenredig met de snelheid
C
evenredig met de wortel van de
D
evenredig met het kwadraat van de snelheid snelheid
Slide 27 - Quiz
Als een voorwerp niet stilstaat, bezit het altijd kinetische energie.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
Beweging of Kinetische Energie
Slide 29 - Slide
Welke energieomzetting is er?
Welke energieomzetting zorgt voor voortstuwing?
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Wet van behoud van energie
Energie kan niet verdwijnen.
Energie kan wel worden omgezet.
Slide 32 - Slide
Stel er valt kogel met luchtweerstand. Wat geldt volgens de wet van energie behoud?
A
Ek(beneden)=Ez(boven)
B
Ek(beneden) = Etotaal(boven)
C
W(luchtweerstand)= Ek(beneden) + Ez(boven)
D
W(luchtweerstand)= Ek(beneden) - Ez(boven)
Slide 33 - Quiz
More lessons like this
Hfd. 4§2 Arbeid (Quinten)
September 2021
- Lesson with
13 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H7 Energie omzetten
August 2021
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H6.3
June 2020
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Energie - Arbeid - HAVO
October 2023
- Lesson with
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Energie - Arbeid - VWO
February 2019
- Lesson with
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
V6 herhaling arbeid & veerkracht
February 2024
- Lesson with
23 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H6.2
May 2020
- Lesson with
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H5S Theorie Hoofdstuk 8
July 2024
- Lesson with
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5