Voeding en vertering les 4

Voeding en vertering
Jeerjaar 2
Les 4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voeding en vertering
Jeerjaar 2
Les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Aanwezigheidscheck
  • Terugkijken op basisstof 1/2/3
  • Instructie basisstof 4
  • Zelf aan de slag
  • Nabespreken en afronden 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zitten er voedingsstoffen in voedingsmiddelen of voedingsmiddelen in voedingsstoffen?
A
Voedingsstoffen in voedingsmiddelen
B
Voedingsmiddel in voedingsstoffen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Dit zijn voedingsstoffen:
A
brood, pasta, rijst
B
vezels, koolhydraten, vetten
C
vetten, eiwitten, water
D
cola, vruchtensap, water

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Eiwitten zijn:
A
reserve stoffen
B
bouwstoffen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een indicator?
A
Een brandstof
B
koolstofdioxide
C
Energie
D
Een aantoonstof

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als je zetmeel aantoont met een indicator wordt blauwzwart.

met welke indicator gebruik je?
A
zout
B
jodiumoplossing
C
klakwater
D
suiker

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

BEVAT WEL ZETMEEL
BEVAT GEEN ZETMEEL
pasta
Snoepje
rijstzoutje
Aardappel
zout
suiker
ui
limoen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Sleep het voedingsmiddel naar de juiste voedingsstof
Eiwit
Koolhydraat
Vet
Water
eiwit
koolhydraat
Vet
water

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Opdracht
Zet de organen van het spijsverteringsstelsel in de goede volgorde!
timer
3:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vertering
Het voedsel dat je eet, komt in het darmkanaal

Het darmkanaal hoort bij 
het verteringsstelsel.

Het verteringsstelsel verteerd alles wat je eet of drinkt. 
Het wordt kleiner gemaakt zodat de voedingsstoffen, die vrijkomen in je dunne darm opgenomen kunnen worden in je bloed.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De weg van het voedsel
In de mondholte komt he voedsel binnen. 
Kauwen en er komt speeksel bij.

Via de slokdarm gaat het voedsel naar de maag.

Daarna gaat het voedsel via de twaalfvingerige darm en alvleesklier naar de dunne darm.

In de dunne darm worden verteerde voedingsstoffen opgenomen in het bloed

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De weg van het voedsel
Na de dunne darm, blijven er onverteerde voedselresten over. Deze gaan naar de 
dikke darm.

In de dikke darm wordt water uit de voedselbrij gehaald, zodat de 'poep' indikt. 

Daarna gaat het naar de endeldarm waar het tijdelijk wordt opgeslagen totdat je het uitpoept via de anus (kringspier die de endeldarm afsluit).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verteringssappen
Verteringssappen helpen je voedsel te verteren (kleiner maken)

- speeksel
- maagsap
- alvleessap
- dunne darmsap
- gal uit de lever

Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kauwen
Je tanden en kiezen bestaan uit een kroon en een wortel.

De kroon steekt boven je kaak uit (zichtbaar)

Met de wortel zit je tand vast in de kaak.

Slide 17 - Slide

Ik had het net over 2 manieren voor het afbreken van grote voedingsstoffen.

1 was door te kauwen, hiermee wordt het voedsel in kleinere stukjes verdeeld. Je gebit bestaat uit tanden en kiezen. Met je snijtanden en hoektanden bijt je stukken van je voedsel af. Bij mensen zijn de hoektanden iets puntiger dan de snijtanden.

Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Hierdoor kan het voedsel tussen de kiezen worden fijngemalen. Het voedsel wordt kleiner gemaakt waardoor je het voedsel makkelijker kan doorslikken, maar door het kauwen vergroot je ook de oppervlakte van het voedsel.
Darmperistaltiek
Darmperistaltiek is het bewegen van de darmen.
Het eten wordt zo voortgeduwd, gekneed en gemengd.
Voedingsvezels uit groente, fruit en graan- producten zorgen voor een goede darmperistaltiek

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

12-vingerige darm
dikke darm
dunne darm
endeldarm
anus
maag
slokdarm
mond

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Met welk nummer wordt de Dikke darm aangewezen?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er in de dikke darm vooral uit de voedselbrij gehaald?
A
water
B
eiwitten
C
koolhydraten
D
vitaminen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

wat is de functie van tandglazuur?
A
Het tandbeen beschermen tegen zuren
B
Het vastzetten van de tand in de kaak
C
Het afbijten van voedsel
D
het aantonen van tandplak

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat ga je doen?
Huiswerk voor maandag 25 november
Basisstof 4, vanaf bladzijde 80
Maak opdracht 1 - 2 - 4 - 6, ben je klaar, probeer ook opdracht 3





SO basisstof 2.1 t/m 2.4
Maandag 2 december

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkopdracht
Voor woensdag 27  november

fotografeer 4 etiketten van voedingsmiddelen thuis!

Maak duidelijke foto's!
tekst moet leesbaar zijn!

Is voor een opdracht!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions