This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vertering
Slide 1 - Slide
Een voedingsmiddel verkleurt door jodium blauw/paars. Wat wordt aangetoond?
A
Eiwit
B
Glucose
C
Vet
D
Zetmeel
Slide 2 - Quiz
Wat is de indicator van zetmeel?
A
Aanwijsstof
B
Kalkwater
C
Jood-oplossing
D
Glucosestrips
Slide 3 - Quiz
verteringsstelsel
mond
Slide 4 - Slide
Welke spieren werken bij een peristaltische beweging?
A
Lengtespieren
B
Lengtespieren en kringspieren
C
Kringspieren
D
Darmspieren
Slide 5 - Quiz
Waar wordt alcohol opgenomen in je bloed?
A
mond
B
dunne darm
C
dikke darm
D
maag
Slide 6 - Quiz
De maag heeft darmperistaltiek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
A
Alleen door maagsap
B
Alleen door speeksel
C
Zowel door maagsap als door speeksel
Slide 8 - Quiz
Vetbollen worden kleine vetbolletjes.
Je noemt dit ..... de stof die dit doet is ....
A
Peristaltiek ..... alvleessap
B
Vertering van vet .... speeksel
C
Emulgeren .....
gal
D
Klierwerking.....
alvleessap
Slide 9 - Quiz
nummer 3 is
A
maag
B
maagportier
C
twaalfvingerige darm
D
galblaas
Slide 10 - Quiz
Voedingsstoffen
opnemen
Water onttrekken
uit de voedselbrij
Voedsel tijdelijk opslaan en klaar maken voor de vertering
Dunne darm
Dikke darm
Maag
Slide 11 - Drag question
Onze blinde darm is een...
A
homoloog orgaan
B
analoog orgaan
C
rudimentair orgaan
D
adaptief orgaan
Slide 12 - Quiz
Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd. In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
A
twaalfvingerige darm
B
dunne darm
C
dikke darm
D
slokdarm
Slide 13 - Quiz
In welke verteringssappen zitten enzymen voor de vertering van vetten?
A
speeksel, alvleessap en darmsap
B
maagsap, alvleessap en darmsap
C
alvleessap en darmsap
D
alvleessap
Slide 14 - Quiz
Welk orgaan gaat door het middenrif heen?
A
maag
B
dunne darm
C
Slokdarm
D
dikke darm
Slide 15 - Quiz
Wat is het langste stuk darm?
A
Dunne darm
B
Slokdarm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm
Slide 16 - Quiz
Waar wordt eiwit NIET afgebroken
A
maag
B
alvleesklier
C
twaalfvingerige darm
D
dunne darm
Slide 17 - Quiz
Welk orgaan zorgt er voor dat de voedingsstoffen in het bloed komen?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
maag
D
lever
Slide 18 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van de dikke darm?
Slide 19 - Open question
Hoe heet het bloedvat tussen darmen en lever
A
leverslagader
B
leverader
C
aorta
D
poortader
Slide 20 - Quiz
Bloed van de endeldarm stroomt niet via de lever. In de endeldarm worden ook nog stoffen opgenomen in het bloed. Wat is dus waar over medicijnen via de endeldarm (zetpil)?
A
Medicijnen via de endeldarm werken minder goed
B
Medicijnen via de endeldarm worden sneller opgenomen
C
Medicijnen via de endeldarm worden uitgeschakeld door een ander orgaan
D
Medicijnen uit de endeldarm bereiken nooit de lever