Herhaling voor het SO

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Oefenen

Hoeveel volt is de netspanning?

1. 30 V
2. 230 V

Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring aan.

1. waar
2. Niet waar

De stroomsterkte
Noteer de eenheid van de stroomsterkte

1. Volt
2. Ampère
3. Ohm
4. Watt

Een amperemeter meet:

1. Spanning
2. Stroomsterkte
3. Elektriciteit
4. Energie

omrekenen van ampere.
1 A = ......... mA

1. 10 mA
2. 100 mA
3. 1000 mA
4. 0,1 mA

Sommige stoffen geleiden elektriciteit goed. Dit noem je geleiders.
Welke twee stoffen zijn geleiders?

1. Goud en hout
2. Hout en lucht
3. Goud en koolstof
4. Hout en koolstof

Een batterij is

1. Vermogensbron
2. Stroombron
3. Elektriciteitsbron
4. Spanningsbron

Wat zijn voorbeelden van spanningsbronnen

1. Een waterkoker
2. het stopcontact
3. een batterij
4. Een spannende film

Wat meet je met een stroommeter

1. Spanning
2. Weerstand
3. Stroomsterkte
4. Vermogen

Hoe noem je stoffen die niet goed elektriciteit geleiden?

1. Metalen
2. Niet-geleiders
3. Isolatoren
4. Rubber

Deze stroomkring is ..........

1. gesloten
2. verbonden
3. open
4. ongeschakeld

Een stroommeter plaats je altijd ...

1. in serie
2. bij de batterij
3. maakt niet uit
4. parallel

Oefening stroomkring

1. Het lampje brandt
2. Het lampje brandt niet

Sleep de naam en de functie naar het juiste deel van de onderste draad.

koper

kunststof

geleider

isolator

Eenheid van spanning

1. Ampere
2. Watt
3. Volt

Wat kan je met een stroommeter?

1. Een apparaat dat de stroom door geleid
2. Een apparaat dat de sterkte van de stroom meet
3. Een apparaat dat de meters van de stroom meet
4. Een apparaat dat de stroom isoleert

Elektriciteit

§3 Schakelingen

Soorten schakelingen

Serieschakeling

Parallelschakeling

Sleep het begrip naar de juiste afbeelding.

Serie schakeling

Parallel schakeling