H6 De kleuter HWE

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Toelichten dat zowel de tekening als het gedicht veel fantasie bevatten. Fantasie is een centraal element in de ontwikkeling van de kleuter.
- Weten jullie nog of jullie veel fantasie hadden als kleuter? Wat tekenden  jullie bijvoorbeeld zoal vroeger?
- Welke elementen van fantasie zaten er in jullie tekeningen?
- Van welk soort verhalen hielden jullie als kleuter? Films? TV-programma's? Boeken? Favoriete voorleesboek?
Inhoud p. 74-81
Inleiding
1. Fysieke ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Socio-emotionele ontwikkeling
      3.1 Vriendjes leren maken en spelen
      3.2 Erikson: Initiatief en schuld
4. Ontwikkeling van het tekenen
Test jezelf
Vaktaal
Leertip
Wat moet je kunnen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Inleiding
  • Wat vinden jullie hiervan? 
  • Mogen (groot)ouders zo’n foto’s of filmpjes delen?
  • Vinden jullie het zelf vervelend als jullie ouders foto's
      van jullie posten? Waarom wel/niet?
  • Heb je het al meegemaakt dat er (oude) foto’s van jezelf
      online staan die je liever niet zou tonen aan iedereen?
  • Aan welke regels moeten (groot)ouders zich houden, vind je?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Fysieke ontwikkeling p.74-75
Bewegingsactiviteiten -> kenmerkend voor peuter en kleuter

Fijne en grove motoriek: verbeteren sterk
  • bewegingen worden vloeiender (springen, zwemmen, bal vangen, vanaf 5 jaar: plots stoppen/omkeren)
  • meer controle over evenwicht (helpt bij fietsen, op 1 been staan, trap op en af, klimmen, bal wegschoppen of gooien...)
  • verbeterde fijne motoriek: puzzels, knippen, plakken en inkleuren
  • handvoorkeur wordt duidelijk (links- of rechtshandig) 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1. Fysieke ontwikkeling p.74-76
Individuele opdracht maandag 13-01-2025 (MST):
  • Ga op zoek naar tips en leuke activiteiten om de beweging van kleuters te stimuleren. Laat je inspireren door de tekstfragmenten en de foto’s p.74-75 en bij de bijhorende vragen op p.75.
  • Oef.1 p.75-76: los deze oefening op met behulp van het model van Bronfenbrenner (zie p.26-27, eventueel via SS)



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. Fysieke ontwikkeling p.75
Welke tips zijn er om de motoriek te stimuleren?
  • Geef je kind voldoende ruimte en geschikte materialen.
  • Leer het kind zelf risico’s inschatten.
  • Zorg voor een omgeving die de beweging stimuleert.
  • Laat het kind zelf dingen doen, bv. zich aankleden.
  • Bewegen moet leuk zijn, geen opdracht.
  • ...


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1. Fysieke ontwikkeling p.75
Welke leuke bewegingsactiviteiten zijn er voor kleuters?
  • de speeltuin bezoeken
  • een klimparcours, een speelbos
  • zwemmen, dansen, fietsen
  • constructiespel, bv. duplo, blokken
  • knutselactiviteiten
  • ...

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1. Fysieke ontwikkeling p.75-76

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1. Fysieke ontwikkeling p.75-76
1. Leg uit hoe de verschillende lagen uit het model van Bronfenbrenner invloed kunnen hebben op de mate waarin kinderen bewegen.
  • Individu: heeft het kind sportief talent, heeft het een lichamelijke beperking …?
  • Microsysteem: zijn de ouders sportief of niet, is er thuis een tuin, biedt de school sportactiviteiten aan, krijgt het kind veel schermtijd van zijn ouders ...?
  • Mesosysteem: maken de ouders gebruik van het aanbod van de school, maakt de school het aantrekkelijk om te voet of met de fiets naar school te komen ...?
  • Exosysteem: is er een sportterrein, zwembad of speeltuin in de buurt? Is het gevaarlijk en druk in de buurt, of kan het kind buiten spelen ...?
  • Macrosysteem: maakt sport en bewegen deel uit van de cultuur, krijgen ook meisjes de kans om te sporten ...?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77
In welke fase zit de kleuter volgens Piaget?
  • in de preoperationele fase: begint halverwege peutertijd en duurt tot einde kleutertijd (2-7j)
  • Leert symbolen te gebruiken en uit dit in:
    - tekeningen
    - taal
    - doe-alsofspel


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77: 
groepswerk per 4
  • Neem de kenmerken van de cognitieve ontwikkeling van kleuters door
      en zoek telkens eigen voorbeelden
  • Van welke fantasierijke verhalen hielden jullie als kleuter?
      Welke vormen van het doe-alsofspel speelden jullie?
      Kunnen jullie zelf enkele voorbeelden van waarom-vragen (en gepaste
      antwoorden) bedenken?
      Kennen jullie voorbeelden van intuïtief of magisch denken?
      Vinden jullie online geschikte voorbeelden van oefenblaadjes voor
      kleuters?





Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77
Kenmerken denken
1. Fantasie
2. Waarom-vragen
3. Intuïtief denken
4. Groei van de cognitieve vaardigheden




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77
1. Fantasie = een centraal element in de ontwikkeling van de kleuter. 
Preoperationele denken -> fantasie begint zich te ontwikkelen; 
mogelijkheid om situaties in te beelden (die niet echt zijn) en dit uit zich in hun voorkeuren en spel:
  • sprookjesachtige verhalen (niet te spannend!)
  • doe-alsofspel
Later in de toekomst: toekomstplannen of
creatieve ideeën uitwerken
Filmpje 3'14"


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77
2. Waarom-vragen: geïnteresseerd in het doel van gebeurtenissen (niet de oorzaak).

Wat kun je antwoorden als kleuters de volgende vragen stellen?
  • Waarom regent het? Bv. om water te geven aan de bloemen, zodat die kunnen groeien.
  • Waarom moet ik slapen? Bv. om morgen niet te moe te zijn en veel te kunnen spelen.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77
3. Intuïtief denken:
  • het kind denkt vanuit gevoel + wat het ziet -> onlogische verbanden
  • geen logisch/gestructureerd redeneren (bv. chocomelk; angst voor bad)


Magisch denken: kleuters denken dat hun gedrag invloed heeft op wat er om hen heen gebeurt -> vb. "mama en papa maken ruzie omdat ik mijn bordje niet leeg gegeten heb"


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

2. Cognitieve ontwikkeling p.76-77
4. Groei van de cognitieve vaardigheden (worden op kleuterschool spelenderwijs geoefend):
  • denkvermogen 
  • taal
  • geheugen
  • waarneming wordt preciezer (kleine verschillen)

    Kunnen ook langer hun aandacht bij een taak houden (puzzel, tekening).

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3. Socio-emotionele ontwikkeling p.77-78:
  
3.1 Vriendjes leren maken en samen spelen

Ontwikkeling sociale vaardigheden: delen, beleefd zijn, ruzies oplossen...
-> voorbeeldgedrag speelt een grote rol!
 
Leren samenspelen in 4 fasen:
  1. alleen (bij baby's/peuters) = solitair spel
  2. parallel spelen (oudere peuters) = naast elkaar,
    vaak met hetzelfde speelgoed (imitatie)
  3. met één kind (jonge kleuters): spel is belangrijker dan ander kind
  4. groep (oudere kleuters): afspraken en regels -> ontstaan vriendschappen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

3. Socio-emotionele ontwikkeling p.77-78:
  
3.1 Vriendjes leren maken en samen spelen
4. Leg uit waarom kleuters bij doe-alsofspel (zoals winkeltje of schooltje) niet alleen hun fantasie oefenen, maar ook sociale vaardigheden.


  • Kinderen leren de rol spelen van een
      volwassene en oefenen zo vaardigheden
      als zorg dragen, straffen en belonen,
      beleefdheidsregels, geld en koopwaar
      uitwisselen ...

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

3. Socio-emotionele ontwikkeling p.78:
  
3.2 Erikson: initiatief en schuld






Lees samen p.78!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

4. Ontwikkeling van het tekenen p.78-79: opdracht
Opdracht:
  • Deadline donderdag 16 januari 2025
  • Meebrengen tekeningen van jonge kinderen
  • Eerste keuze:
     eigen tekeningen, maar anders van neefjes, nichtjes, broers, zussen...
  • Zorg dat je jouw naam er op noteert!



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

4. Ontwikkeling van tekenen p.78-79: evolutie kleutertekeningen -> ontwikkelingsgebieden
Oef.4 p.78: Leg aan de hand van deze tekening uit welke rol de onderstaande ontwikkelingsgebieden spelen.
  • Fijne motoriek: betere oog-handcoördinatie: het kind moet zijn handbewegingen controleren om de juiste vormen te tekenen, vormen netjes in te kleuren, lijnen de juiste lengte te geven ...
  • Cognitieve ontwikkeling: het kind moet zich de werkelijkheid kunnen voorstellen om die na te tekenen, moet begrijpen hoe een lichaam in elkaar zit, symbolisch denken: de figuren stellen echte mensen voor, fantasie gebruiken
  • Socio-emotionele ontwikkeling: het kind kan emoties uiten via de tekening, bv. vriendschap of liefde voor het gezin

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

4. Ontwikkeling van tekenen p.78-79: evolutie kleutertekeningen -> ontwikkelingsgebieden
Vloeiendere motoriek -> evolutie tekenen (3 fasen):
1) 3 jaar (peuters en jonge kleuters): krabbels:
- cirkels, lijnen en stippen
- bewegen nog vaak de volledige arm
- benoemen tekening achteraf

2) 4 jaar: eenvoudige tekeningen met weinig details
- beperkt aantal figuren/voorwerpen uit leefwereld (typisch = kopvoeters)

3) 6 jaar (oudere kleuters): uitgebreidere tekening -> taferelen met meerdere figuren en voorwerpen
- soms een verhaal
- vaak: mensen, bomen, bloemen, huis, zon 
- gebruikt ook fantasie (kabouters...)
- tekent met vastere hand (lijnen minder slordig) en kan 'letters tekenen'

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

4. Ontwikkeling van tekenen p.78-79: evolutie kleutertekeningen -> ontwikkelingsgebieden
Oef.5 p.79: 
  • 2: krabbels, kind heeft plezier aan het tekenen op zich, er is nog niks herkenbaars en er is weinig controle over de handbewegingen
  • 3: eenvoudige menselijke figuur met weinig details, nog wat onhandig getekend
  • 1: tafereel zichtbaar, lijnen zijn met stevige hand getekend en ingekleurd


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions