What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalingsles doelgroepen
Herhalen, herhalen, herhalen
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Doelgroepen
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalen, herhalen, herhalen
Slide 1 - Slide
Hoeveel groeit een baby ongeveer in het 1e jaar van zijn leven?
A
10 cm
B
15 cm
C
20 cm
D
25 cm
Slide 2 - Quiz
Wat is de leeftijdsfase van een baby, peuter, kleuter, jong schoolkind en oudere schoolkind?
Slide 3 - Mind map
De baby (0 -1,5 jaar)
De peuter (1,5 – 4 jaar)
De kleuter (4 – 6 jaar)
Het jonge schoolkind (6 – 9 jaar)
Het oudere schoolkind (9 -12 jaar)
Slide 4 - Slide
Wat is het verschil tussen fijne en grove motoriek?
Slide 5 - Open question
Wat is wiegendood?
Slide 6 - Open question
Wat houdt de sociaal-affectieve ontwikkeling van de peuter in?
A
Ontstaan van het ik besef
B
ontstaan van vriendschappen
C
driftig en koppig
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 7 - Quiz
Wanneer zit de baby in de eerste fase (voortalige fase) van de taalontwikkeling?
A
0-1 jaar
B
0-2 jaar
C
2-3 jaar
D
1-2 jaar
Slide 8 - Quiz
Wanneer krijgt een kind meer volwassen lichaamsverhoudingen?
A
Kleuter
B
Het jonge schoolkind
C
Het oudere schoolkind
Slide 9 - Quiz
Welk kenmerk hoort bij de cognitieve ontwikkeling van het oudere schoolkind?
A
Vermogen tot reflectie
B
Enorm leergierig
C
Fantasie maakt plaats voor realiteit
Slide 10 - Quiz
Als een jongen 8 jaar oud is, hoeveel cm groeit hij dan gemiddeld in een jaar?
A
5 cm
B
10 cm
C
15 cm
D
20 cm
Slide 11 - Quiz
Uit hoeveel woorden bestaat ongeveer de woordenschat van een peuter van 36 maanden?
A
300
B
600
C
900
D
1200
Slide 12 - Quiz
Wanneer is de taalontwikkeling in de fase van voltooiing?
A
Vanaf 2 jaar
B
vanaf 5 jaar
C
vanaf 8 jaar
D
vanaf 11 jaar
Slide 13 - Quiz
Vanaf hoeveel maanden kan de babyrollen van zijn buik op zijn rug?
A
4 maanden
B
5 maanden
C
6 maanden
D
7 maanden
Slide 14 - Quiz
Welke motoriek ontwikkeld zich het sterkst bij de kleuter?
A
De grove motoriek
B
De fijne motoriek
C
De grove en fijne motoriek evenveel
Slide 15 - Quiz
In welke fase bevindt een baby zich?
A
In de orale fase
B
Anale fase
C
Lichamelijke fase
Slide 16 - Quiz
Waarom is de hechtingsfase van een kind belangrijk
A
Het helpt de zelfstandigheid van een kind te bevorderen
B
leidt tot een beter sociaal contact
C
beide antwoorden zijn juist
Slide 17 - Quiz
Na hoeveel maanden bevind de baby zich in de eenkennigheidsfase
A
Na 3 maanden
B
Na 7 maanden
C
Vanaf de geboorte
Slide 18 - Quiz
Wat doet het jonge schoolkind vaak met zijn/haar emoties?
A
Laat ze zien
B
Gebruikt ze om te laten weten wat hij/zij wil
C
Is terughoudend, hij verbergt ze
Slide 19 - Quiz
Wanneer leert een kind vanuit gevoel en door imitatie?
A
0 tot 3 jaar
B
3 tot 7 jaar
C
7 tot 14 jaar
D
14 tot 20 jaar
Slide 20 - Quiz
Wanneer groeien baby's en peuters ?
A
In hun slaap
B
Tijdens het Eten
C
Als ze in de buitenlucht zijn
D
Geen van allen
Slide 21 - Quiz
Wanneer beginnen de peuterjaren?
A
bij 20 maanden
B
bij 12 maanden
C
bij 18 maanden
Slide 22 - Quiz
Wanneer begint het geweten zich te ontwikkelen bij een peuter?
A
Als de peuter 2 jaar is
B
Als de peuter 3 jaar is
C
als de peuter 5 is
Slide 23 - Quiz
Wat groeit er voornamelijk bij een peuter?
A
Zijn lengte
B
Zijn breedte
C
Zijn organen
Slide 24 - Quiz
Wat weet je nu over de cognitieve ontwikkeling?
Slide 25 - Open question
Wat hoort er bij de cognitieve ontwikkeling?
A
Kennis, inzicht, geheugen, waarnemen, concentratie
B
Groei, uithoudingsvermogen, zintuigen, kennis.
C
Inzicht, ontwikkeling sociaal gedrag, omgang met anderen.
D
Ontwikkeling seksueel gedrag, concentratie, opbouwen van vertrouw en veiligheid.
Slide 26 - Quiz
Wat is de betekenis van abstract denken:
A
Denken over eerder opgedane ervaringen.
B
Denken over niet waarneembare dingen.
C
Denken over andermans handelen.
D
Denken over het aanpakken of omzeilen van een probleem.
Slide 27 - Quiz
Wanneer spreken we van een peergroup?
A
Een groep bestaande uit leeftijdsgenoten met eenzelfde soort hobby.
B
Een groep bestaande uit leeftijdsgenoten met eenzelfde soort doel.
C
Een groep bestaande uit leeftijdsgenoten met eenzelfde soort geslacht.
Slide 28 - Quiz
Hoe heb je de lessen ervaren? Tips , tops en feedback voor de docent
Slide 29 - Open question
More lessons like this
OPS Oefentoets
December 2020
- Lesson with
49 slides
Sport en Bewegen
MBO
Studiejaar 2
OPS Jonge schoolkind
January 2023
- Lesson with
38 slides
Ontwikkelingspsychologie
MBO
Studiejaar 1
Ontwikkelingspsychologie quiz
October 2024
- Lesson with
18 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Welzijn, kind en jongere - De ontwikkeling
January 2024
- Lesson with
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ontwikkelingspsychologie quiz
October 2023
- Lesson with
22 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Baby en Peuter Les 2
February 2024
- Lesson with
23 slides
Sport en Bewegen
MBO
Studiejaar 2
Les 5 methodisch begeleiden periode 2
December 2022
- Lesson with
23 slides
Project doelgroepen
MBO
Studiejaar 1
Les 4. Ontwikkelingspsychologie Kleuter/schoolkind
March 2024
- Lesson with
33 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1