H3.4: De waterkringloop

H3.4: De waterkringloop
Ga rustig zitten
Pak je laptop erbij
Log in op de Lesson up
Wacht tot de les begint
1 / 50
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3.4: De waterkringloop
Ga rustig zitten
Pak je laptop erbij
Log in op de Lesson up
Wacht tot de les begint

Slide 1 - Slide

Les planning:
Lesdoelen bespreken
1. Kort herhalen vorige les
2. Uitleg water kringloop
3. Uitleg soorten regen
4. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:

  • Je weet dat water in verschillende vormen voor kan komen en dat het in een kringloop rondgaat.
  • Je kunt de korte en de lange waterkringloop uit leggen 
  • Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan.

Slide 3 - Slide

Waar ging H3.3 over?

Slide 4 - Mind map

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Waar zorgt de scheefstand van de aardas voor?
A
dag en nacht
B
zomer en winter

Slide 6 - Quiz

De seizoenen in Nederland
Zet de foto's bij het juiste seizoen

Slide 7 - Drag question

Is het nu pooldag of poolnacht op de
Noordpool?
A
Poolnacht
B
Pooldag

Slide 8 - Quiz

Wat is de reden dat er seizoenen zijn op aarde?
A
Doordat de aarde draait om de zon
B
Door de schuine stand van de aarde om de zon
C
Doordat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 9 - Quiz

Waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

Slide 10 - Slide

In welke vorm komt water voor?
Tijd voor een sleepvraag op de volgende dia

Slide 11 - Slide

Damp
Bevriezen
Vloeibaar
Condenseren
Vast
Smelten
Verdampen

Slide 12 - Drag question

Fases van water
  • vloeibaar
  • (water)


  • vaste stof
    (ijs)
  • gas
    (waterdamp) 

Slide 13 - Slide

DE WATERKRINGLOOP

Slide 14 - Slide

Kringloop van water
Waterkingloop = het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag, grondwater en rivieren weer terug naar zee stroomt.
Korte waterkringloop
Water verdampt vanaf zee, en condenseert tot een wolk. Daarna regent die wolk direct boven de zee weer uit.
Lange waterkringloop
Water verdampt vanaf zee, en condenseert tot een wolk. Door de wind wordt deze wolk verplaats richting de bergen. Hier regent de wolk uit. Door rivieren en of grondwater komt na lange tijd het water weer terug in de zee.

Slide 15 - Slide

Korte waterkringloop: verdamping, regen valt weer in zee

Slide 16 - Slide

De zon = de motor van de waterkringloop.
De zon verwarmd het (zee)water.

Slide 17 - Slide

Lange Waterkringloop
Gaat over het land

Slide 18 - Slide

Wolken waaien richting het land

Slide 19 - Slide

In de bergen > sneeuw

Slide 20 - Slide

Smeltwater en regenwater stromen via rivieren terug naar de zee

Slide 21 - Slide

Infiltratie: neerslag wordt opgenomen in de grond (grondwater)

Slide 22 - Slide

Lange Waterkringloop
1) Water verdampt uit de zee
2) Water stijgt op en koelt af in de wolken
3) Water valt als neerslag (regen/sneeuw) boven land
4) Water komt in ijskappen, grondwater of meren terecht
5) Water stroomt langzaam (duizenden/miljoenen jaren) terug naar zee

Slide 23 - Slide

Korte waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Daarna regent die weer leeg in zee.
Lange waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Door de wind wordt de wolk verplaatst tot aan deze bergen, hier valt het in de vorm van sneeuw/hagel op de bergen. Door het smelten van de sneeuw, komt het water via de rivieren of grondwater terug bij de zee. (Duurt lang!)

Slide 24 - Slide

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad

Slide 25 - Quiz

De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 26 - Quiz


Wolkenvorming
  • Zeewater verdampt en stijgt op

  • Hoger in de lucht koelt de waterdamp af

  • Waterdamp gaat condenseren
    Kleine druppeltjes en die vormen ze grotere druppels


  • Wordt de druppel te zwaar: NEERSLAG!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Drie soorten neerslag
Stuwingsregens
Frontale regens
Stijgingsregens

Slide 29 - Slide

soorten neerslag
Neerslag ontstaat vaak omdat wolken moeten stijgen, hierbij horen drie situaties:
  1. Warme lucht stijgt op. Hoe hoger, hoe kouder. De waterdamp gaat condenseren, waardoor er stijgingsregens ontstaan.
  2. Wanneer de lucht tegen een berg waait, wordt de lucht gedwongen om op te stijgen, koelt af en condenseert. Hierdoor ontstaan: stuwingsregens
  3. Op de breedte waar Nederland ligt, botst warme lucht tegen koude lucht vanuit de polen, door die botsen wordt de warme lucht gedwongen op te stijgen. Met als gevolg dat er rond Nederland vaak frontale regen is.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Soorten neerslag
Stuwingsregens
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 32 - Slide

Stuwingsregens

Slide 33 - Slide

Soorten neerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.

  • Komt waar voor?

Slide 34 - Slide

Stijgingsregen

Slide 35 - Slide

Frontale regen:
Koude en warme lucht ontmoeten elkaar op gematigde breedte.

Warme lucht wordt gedwongen op te stijgen > frontale regen.

Slide 36 - Slide

Frontale regen

Slide 37 - Slide

Welke soorten neerslag zie je? 
Sleep de begrippen naar de juiste afbeelding. 
Stijgingsregens
Frontale regens
Stuwingsregens

Slide 38 - Drag question

Zet de kringloop in de juiste volgorde
De lange waterkringloop
1.
2.
3.
4.
5.
Verdamping van zeewater
Verplaatsing van wolken
Neerslaan van wolken boven land
Water stroomt via rivieren
Water komt terug in zee

Slide 39 - Drag question

Welke soort regen is dit?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
D
Zomerregen

Slide 40 - Quiz

Wat voor een soort regen
zie je hier?
A
frontale regen
B
stijgingsregen
C
stuwingsregen
D
natte regen

Slide 41 - Quiz

Hier valt het meeste regen
A
Steppe
B
Woestijn
C
Savanne
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 42 - Quiz

Regen op zee is deel van de
A
Korte waterkringloop
B
Lange waterkringloop

Slide 43 - Quiz


Op de afbeelding zie je 2 soorten regen.

Welke 2 soorten regen?
A
Plaatje 1 = Stijgingsregen, Plaatje 2= Stuwingsregen
B
Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Stijgingsregen
C
Plaatje 1= Frontale regen, Plaatje 2= Stijgingsregen
D
Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Frontale regen.

Slide 44 - Quiz

Wat voor type regen komt hier voor?
A
stuwingsregen
B
stijgingsregen
C
frontale regen

Slide 45 - Quiz

In tropische regenwouden regen het...
A
Helemaal niet
B
Het hele jaar
C
9 maanden per jaar
D
3 maanden per jaar

Slide 46 - Quiz

Wat is frontale regen?
A
Warme lucht stijgt op. Daarboven koelt het af.
B
Warme en koude lucht dat tegen elkaar aan botst (regen).
C
Warme lucht wordt omhoog geduwd en kan niet meer verder.

Slide 47 - Quiz

Huiswerk

Huiswerk voor volgende week is:
Paragraaf 4 lezen en maken. zie studiewijzer voor welke opdrachten je moet maken

Week 15: Formatieve toets over H3:
Paragraaf 1 tot en met 4

Slide 48 - Slide

Opdracht
Vul de juiste woorden op de juiste plekken in.
Welke vorm van water moet op welke plek?
Vloeibaar
Vast
Vloeibaar
Gasvormig

Slide 49 - Drag question

Slide 50 - Video